Het is een overbekend verwijt dat door mensen te herinneren aan de toorn van God er alleen maar angst
wordt gezaaid. Klinkt aannemelijk, maar het komt wel uit de pijlkoker van de satan. Er is namelijk geen
sterveling op deze wereld die zich bekeert uit angst. Wie zich wel door angst heeft laten leiden heeft
zich niet bekeerd maar probeert slechts zijn hachje te redden. En dan is er geen sprake van berouw.
De gruwelijkheid van de eeuwige straf die iedere verloren ziel te wachten staat komt precies overeen met
de gruwelijkheid van zijn eigen zondigheid. Een ieder wordt dus gestraft overeenkomstig de mate van
zijn eigen goddeloosheid omdat Jezus, de Rechter van deze wereld, een rechtvaardige rechter is.
Samengevat: de eigen goddeloosheid komt overeen met de zwaarte van de eeuwige straf. Wie wordt
bepaald bij dit vooruitzicht en de gruwelijkheid ervan begint te beseffen, wordt daarmee een spiegel
voorgehouden en hij of zij kan in die spiegel de gruwelijkheid van zijn eigen goddeloosheid zien.
Het is dan ook uitsluitend onze overtuiging van zonde, ons berouw, én ons besef dat wij de heilige
God hebben gekweld met onze zonden waardoor wij tot een werkelijke bekering komen en het eeuwige leven
ontvangen.
Een sprekend voorbeeld hiervan komen we tegen in het boek Jona. Jona werd door God naar de goddeloze stad Ninevé
gestuurd om de bewoners te waarschuwen voor de gevolgen van hun wetteloosheid en hun opstandigheid tegenover hun Schepper.
Eenmaal aangekomen was Jona's boodschap absoluut niet: “Wat zijn jullie toch een stel lieverdjes en wat een pech
dat de satan jullie zo te grazen heeft genomen”. Wat hij wel zei was dit: “Nog veertig dagen en Ninevé
wordt ondersteboven gekeerd!” De inwoners van Ninevé lieten zich overtuigen en kwamen tot berouw van hun
zonden. Het bevel van hun koning luidde zelfs: “Zij moeten gehuld zijn in rouwgewaden, mens en dier, en met kracht
tot God roepen en zich bekeren, een ieder van zijn boze weg, en van het onrecht dat aan hun handen kleeft. Wie
weet, God mocht Zich omkeren en berouw krijgen en zijn brandende toorn laten varen, zodat wij niet te gronde
gaan”.
Opmerkelijk toch dat Jona niet eens hoefde uit te leggen namens welke God hij was gekomen. Ook de koning van de stad
wist opeens opvallend goed wat hen te doen stond. En men twijfelde zelfs niet aan de betrouwbaarheid van Jona's woorden!
Wat zegt ons dit? Geloven doen we allemaal! De Ninevieten moesten daar echter weer even aan herinnerd worden.
De keiharde boodschap van Jona had hen dus overtuigd en daarom zei Jezus over hen ten aanhoren van de
vijandige Joden in Matth. 12:41: “De mannen van Ninevé zullen in het
oordeel opstaan met dit geslacht en het veroordelen; want zij hebben zich bekeerd op de prediking van
Jona en zie, meer dan Jona is hier”. Ook voor iedere lezer van deze pagina geldt: “Meer dan
Jona is hier” omdat het de Heilige Geest is die overtuigt van zonden. Wie zich desondanks tijdens
dit leven niet wil laten overtuigen blijft onder de toorn van God verder leven en zal daar t.z.t. voor
eeuwig de gevolgen van ondervinden.
“Dood dan uw leden, die op de aarde zijn: hoererij, onreinheid, hartstocht, kwade begeerte en de hebzucht, die
afgoderij is. Door deze dingen komt de toorn van God over de kinderen van de ongehoorzaamheid. In deze dingen
hebt ook u voorheen gewandeld, toen u in die dingen leefde” (Col. 3:5-7). Als er iets is
waar alle hardnekkige zondaren zeker van kunnen zijn dan is dat het onontkoombare feit dat de toorn van God hen zal
treffen. Behalve deze waarschuwing van de apostel Paulus zijn er vele, vele andere plaatsen in de bijbel waar we evenzo
worden gewezen op deze waarheid. Dat er binnen het gammele christendom gladde jongens rondlopen die daar anders over
denken was te verwachten.
Zo zat ik ooit onder het gehoor van een misleider die ons tijdens zijn preek voorhield dat God een God van liefde is.
Dat bleek volgens deze charlatan zelfs zover te gaan dat God zelfs niet eens boos kan kijken. Aangezien ieder mens vrij
is om te denken en te geloven wat hij zelf wil (wat voor de overgrote meerderheid van de mensheid overigens dramatische
gevolgen zal hebben) zijn de gevolgen van wat de mens gelooft (of beslist niet wil geloven) ook voor eigen rekening.
Het wordt echter nog veel erger als iemand zijn best staat te doen om door te gaan voor een “prediker van het
Woord” en met dat zorgvuldig opgebouwde imago op zak vervolgens zijn gehoor iets staat wijs te maken dat door
de bijbel als een leugen wordt ontmaskerd. De misleider in kwestie had dat in zijn sluwheid ook al doorgekregen en om
met al deze duidelijkheid af te kunnen rekenen had hij de nu volgende “geniale” oplossing gevonden. Die
luidde dat wij 80% van het Oude Testament wel kunnen weggooien. Welke 20% van het Oude Testament door deze “boodschapper
van God” waren goedgekeurd en we dus mochten laten zitten hield hij wijselijk voor zich. Waarschijnlijk had hij
destijds het Nieuwe Testament nog niet in de revisie gegooid want daar werd tijdens de bewuste preek de strijdbijl nog
niet in gezet. In latere jaren gebeurde dat trouwens wel en dat zal ongetwijfeld het gevolg zijn geweest van zijn ontdekking
dat ook het Nieuwe Testament er geen twijfel over laat bestaan dat God niet eindeloos met zich laat spotten. Hoe belachelijk
de bewering van deze valse leraar ook mag zijn, met dergelijke gladde praatjes kreeg hij het wel voor elkaar dat binnen
veel van de evangelische gemeenten waar hij zijn zegje mocht doen bosjes afvalligen en meelopers als een blok vielen
voor de zoete praatjes van deze zeer gevaarlijke man. En terwijl deze “nieuwe leer met gezag” toen nog een
nieuw geluid voor mij was, weet ik nu dat dezelfde leugen in allerlei vormen en varianten ook vanuit het in verval geraakte
christendom in Amerika onze kant opwaait. Als de wind gunstig is. En opvallend vaak blijkt dit ook het geval te zijn,
wat overigens niet zo verbazingwekkend is. Deze wind van leer vertegenwoordigt namelijk de geest van deze tijd en die
geest heeft een naam. Wat door de bovengenoemde misleider en door vele anderen met hem aan de man wordt gebracht kan
bij elkaar geveegd worden onder de (verzamel)naam: christelijk humanisme, waarin de mens centraal staat en niet
onze Schepper.
Het venijnige staartje dat de boodschap van de misleider in kwestie afsloot klonk ongeveer zo: God is goed (zelfs
zo geweldig goed dat Hij niet eens boos kan kijken) en de mens is ook goed. Zelfs zo goed dat alles dat de mens fout
doet niet zijn schuld is maar de schuld van de duivel. Met een dergelijk zoet verhaaltje is het niet moeilijk om een
hele sleep afvalligen achter je aan te krijgen. Want verreweg de meeste leden van het menselijk ras voelen zich geweldig
gestreeld als hen wordt aangesmeerd dat er niks mis is met ze, als hun wordt meegedeeld dat ze gewoon goed zijn. Wie
in deze val trapt en zijn ego geregeld een flinke poetsbeurt laat geven zal uiteindelijk niet alleen geloven dat hij
goed is maar ook dat hij god is.
Het bleken echter wel bijzonder onverdraagzame godjes te zijn die wij als gevolg van deze New Age leer
zagen ontstaan. In de eigen gemeente hebben we destijds ook het “voorrecht” gehad dit veranderingsproces
van nabij te mogen volgen. Broeders en zusters met wie we al jaren optrokken gaven meer en meer blijk
van een liefdeloze houding. Een houding die zich voornamelijk uitte in een arrogantie, een onverdraagzaamheid
en een ongezeglijkheid die hoe langer hoe meer de boventoon gingen spelen. Totdat er een onhoudbare toestand
was ontstaan. In die fase van het geestelijke verval hielden we onze laatste bijbelstudieavond. De aanvoerder
van deze rebellen liet zichzelf die avond duidelijk in de kaart kijken toen hij onverwacht uitkraamde:
“En de duvel zál de schuld krijgen!!” Het klonk als een uitbarsting van rebellie die
juist zo opvallend was omdat het totaal niets van doen had met het onderwerp van gesprek. Hij moest het
desondanks maar even kwijt, waarmee hij zichzelf ontmaskerde. Het had veel weg van het verzet van een
ongehoorzaam jongetje dat in opstand komt tegen het gezag van zijn ouders. Sindsdien ging het van kwaad
tot erger met deze afvalligen, die (geheel in de lijn der verwachting) korte tijd na deze uitbarsting
voor zichzelf een “gemeente” begonnen. Een “gemeente” die sindsdien door de achterblijvers
steevast werd aangeduid als “de rebellenclub”. Een eng clubje waarbinnen het geestelijk verval
zich vervolgens in een nog hoger tempo voortzette. Zodat ook de goddelijkheid van Jezus al snel zijn langste
tijd had gehad binnen de leer van dit door een stel huichelaars opgerichte koninkrijkje. En waarbinnen
de enkelingen die doorkregen dat er een doodslucht aan deze afvalligen hing te horen kregen dat zij de
zonde tegen de Heilige geest hadden bedreven als ze zich niet schikten naar de gebrachte leer. Dit laatste
is trouwens een heel oude truc die al door bosjes doe-het-zelf “mannen Gods” is toegepast
om de wind er bij hun volgelingen onder te houden. Dit is een vorm van tirannie.
Als er één ding is dat voor mij absoluut vaststaat als ik het zojuist beschreven drama weer
eens overdenk dan is het dit: dergelijk gedrag wekt Gods toorn op en als deze afvalligen zich niet in
zak en as bekeren van hun verraad zal de toorn van God op hen blijven rusten. Het onvermijdelijke
gevolg daarvan is dat deze (aan het evangelie) ongehoorzamen voor eeuwig verloren zijn. En precies het
tegenovergestelde van hetgeen door hen zo fanatiek werd verkondigd, namelijk dat God zo goed is dat Hij
zelfs niet boos kan kijken, zal hen in het dodenrijk overtuigen van de waarheid. Die waarheid waarover
de bijbel zo allemachtig duidelijk is maar waartegen zij met grote grimmigheid in verzet kwamen. Want
alle vrome praatjes over die God die zo poeslief zou zijn vormden slechts een masker waarachter het monster
van de New Age zich verschuilde. En dat monster kent absoluut geen liefde, slechts haat. De haat, als
één van die slechte vruchten waarop Jezus doelde toen Hij zei in Matth. 7:18-20:
“Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen, of een slechte boom goede vruchten dragen. Iedere
boom, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen. Zo zult gij
hen dan aan hun vruchten kennen”.
Ook het hardnekkige volk Israël bracht massa's slechte vruchten voort en dat had tot gevolg dat zij
vele keren óf van tevoren óf achteraf door God werden gewaarschuwd voor de gevolgen ervan. Zoals
in Deut. 32:21-23: “Zij verwekten Mij tot naijver door wat geen god is, zij krenkten Mij
met hun ijdelheden. Daarom zal Ik hen tot naijver verwekken door wat geen natie is, door een dwaas volk
zal Ik hen krenken. Want een vuur is in mijn toorn ontstoken, het brandt tot in de diepten van het
dodenrijk; het verteert de aarde met wat zij opbrengt en verzengt de grondvesten der bergen. Ik zal
rampen over hen ophopen, al mijn pijlen tegen hen afschieten”. Twee opmerkingen hierover: de eerste
is dat deze waarschuwing zeer waarschijnlijk wel bij die 80% van het Oude Testament zal zitten die de
hierboven genoemde valse leraar wilde annuleren.
De tweede opmerking is deze: hier wordt niet voor niets gezegd dat Gods toorn brandt tot in de diepten
van het dodenrijk omdat wie afdaalt naar het dodenrijk, de hel dus, ook daar de gevolgen van Gods
toorn ondergaat, want.... in Joh. 3:36 zegt Jezus: “Wie in de Zoon gelooft,
heeft eeuwig leven; doch wie aan de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods
blijft op hem”.
In dat dodenrijk bevinden de (miljarden) zondaren zich in voorarrest, zij die door hun vijandschap tegenover
hun Schepper onder de toorn van God zijn gebleven, en zij worden daar door de talloze demonen gepijnigd.
Daarmee voeren deze handlangers van de satan feitelijk een voorschot van Gods oordeel uit over al deze
ongezeglijke zondaren, totdat ook zijzelf in de poel van vuur en zwavel (de tweede dood) zullen worden
gegooid, samen met al die zondaren die nu in het dodenrijk (onder vele pijnigingen) hun definitieve veroordeling
moeten afwachten. Een veroordeling die het onvermijdelijke gevolg is van de toorn van God, die hen treft
vanwege hun vijandigheid tegenover Gods uitgestoken hand. Wat deze vijandigheid allemaal tot gevolg heeft
op deze wereld is met geen pen te beschrijven. Of je zou er wel een miljoen pennen op leeg kunnen schrijven.
Om toch de aandacht te vestigen op de gruwelijkheid van wat zich op de wereld afspeelt en dat terecht
de toorn van God opwekt volgen nu een paar voorbeelden.
Het nu volgende is een voorbeeld van wat onze Schepper o.a. moet aanzien en verdragen en het is iets
dat mij herhaaldelijk doet beseffen hoe door en door verrot de mensheid is. Hoe gruwelijk zijn de gevolgen
als de mens zijn geweten heeft laten dichtschroeien? Wereldwijd worden er zo'n 42 miljoen abortussen per
jaar uitgevoerd. Vervolgens zien we ieder jaar op 4 mei gebeuren dat men in dit landje weer zonodig moet
staan snotteren bij diverse gedenktekens omdat de naar schatting 50 miljoen doden van de Tweede Wereldoorlog
schijnheilig moeten worden herdacht, terwijl gedurende het jaar sinds de vorige dodenherdenking wereldwijd
bijna evenveel mensen zijn vermoord. Vermoord in een oorlog die niet wordt herdacht en waarvoor geen
nationale dag van rouw bestaat, laat staan een internationale. Inmiddels hebben ons alweer nieuwe signalen
bereikt van het schrikbarende verval van des mensen geweten. Signalen die er op wijzen dat de doodzieke
breinen die zichzelf nog overheid durven te noemen een nieuwe ronde zijn begonnen in het sloopproces
van wat ooit nog “beschaving” mocht heten. De daarbij gebruikte toverwoorden zijn embryoselectie
en stamcelonderzoek. De tovenaars die deze toverwoorden hebben bedacht hebben ook het volgende
op hun geweten want nadat eerst het afmaken van talloze kinderen tot een “geaccepteerd verschijnsel”
is gemaakt, is ondertussen de volgende fase ingeluid in deze reis richting de hel. Ook al zal het ongetwijfeld
allemaal weer worden gebracht als een onontkoombaar resultaat van “de vooruitgang”, een feit
is dat de wetteloosheid, de goddeloosheid en de opstandigheid tegenover de Schepper van het leven weer
gretig om zich heen hebben gegrepen. Achter de schermen grijpt dit verderf bovendien nog sneller om zich
heen dan voor de schermen. Ik las namelijk het verhaal van een vrouw die anoniem liet weten in een abortuskliniek
te werken waarbij het o.a. haar taak was om de geaborteerde kinderen klaar te maken voor transport omdat
deze waren opgekocht door bedrijven die er “materiaal” uithaalden voor hun “duistere
bezigheden”. Dat waren ongetwijfeld bezigheden waar grof geld mee werd verdiend. Het was bovendien
een streven om de geaborteerde kinderen zolang mogelijk in leven te houden opdat “het materiaal”
zo vers mogelijk zou blijven omdat de “klant” daar namelijk om vroeg. Zo kon het gebeuren
dat zij een nog levend kind ter plaatse moest doden omdat de “klant” was aangekomen om “het
materiaal” in ontvangst te nemen. Omdat haar dat net weer iets te gortig werd liet haar baas het
kind dan maar ter plaatse verdrinken of hij sloeg het gewoon dood. Tot zover het verhaal van deze vrouw.
Voor de duidelijkheid: het ging hier dus om een gruwelijke handel in geaborteerde kinderen die ten tijde van deze “biecht”
nog onwettig was. Voor zolang het duurt tenminste, want we kunnen er donder op zeggen dat deze satanische praktijken
binnen afzienbare tijd “netjes wettig geregeld” zullen zijn, wat uiteraard zal inhouden dat het dan allemaal
gewoon is toegestaan. En geen sterveling binnen die hele farmaceutische/medische maffia die daar moeilijk over zal doen!
Nou ja, misschien een enkele sterveling die nog een beetje geweten over heeft.
Citaat:
In maart 2006 las ik op een Amerikaanse website een nieuwsbericht waarin de Nederlandse praktijk van het doden van
“doodzieke” kinderen aan de kaak werd gesteld. De daarin verwoorde conclusie luidde: “De huiveringwekkende
realiteit is dat terwijl onze verrotte onverschilligheid tegenover de heiligheid van het leven weliswaar nog niet
zo ver gevorderd is als in Holland, we hard op weg zijn in dezelfde richting”. Omstreeks dezelfde tijd vergeleek
een Italiaanse minister de Nederlandse euthanasiewetgeving en de daarmee verwante discussie in de Nederlandse politiek
over het doden van zieke kinderen met de naziwetgeving en de ideeën van Hitler. Waarop een diep beledigde premier
Balkenende stond te foeteren dat dergelijke vergelijkingen “onacceptabel” zijn. Wel, wel, meneer Balkenende,
als u samen met uw C?DA al zover bent afgeweken van alles wat ooit nog voor christelijk kon doorgaan en u net
als uw paarse voorgangers Nederland overlevert aan de geest van de antichrist, zult u moeten ondervinden dat de Schepper
van hemel en aarde niet blijvend op een dergelijke wijze een loopje laat nemen met Zijn principes!!
Einde citaat.
Dat laatste wordt door de apostel Paulus als volgt onder woorden gebracht in Gal.
6:7-8: “Dwaalt niet, God laat niet met Zich spotten. Want wat een mens zaait, zal
hij ook oogsten. Want wie op (de akker van) zijn vlees zaait, zal uit zijn vlees verderf oogsten, maar
wie op (de akker van) de Geest zaait, zal uit de Geest eeuwig leven oogsten”. In de Psalmen wordt
in dichterlijke taal weergegeven wat de goddelozen in het verborgene denken te kunnen uitspoken. Merk
op dat zij hier zelfs laten blijken van Gods bestaan af te weten en zelfs op de hoogte zijn van wat voor
de eeuwige God een gruwel is. En toch maar gewoon doorgaan met hun goddeloosheden!
We lezen in Psalm 94:1-11: “God der wrake, Here, God der wrake, verschijn
in lichtglans. Verhef U, Richter der aarde, breng vergelding over de hovaardigen. Hoelang nog zullen de
goddelozen, o Here, hoelang nog zullen de goddelozen juichen? Zij smalen, spreken verwaten taal, al die
bedrijvers van ongerechtigheid voeren een hoog woord; Uw volk, o Here, vertreden zij, en uw erfdeel verdrukken
zij; Weduwe en vreemdeling doden zij, en wezen vermoorden zij; Zij zeggen: De Here ziet
het niet, de God van Jacob merkt het niet. Merkt op, gij redelozen onder het volk! En gij dwazen, wanneer
zult gij verstandig worden? Zou Hij, die het oor plantte, niet horen? die het oog vormde, niet zien?
Zou Hij, die de volken onderwijst, niet straffen, Hij, die de mens kennis leert? De Here kent de gedachten
der mensen: ijdelheid zijn zij”. Terecht zegt Psalm 7:12 daarom: “God
is een rechtvaardig Rechter en een God, die te allen dage toornt”, en daar heeft Hij dan
ook alle reden voor!
Hier werden de wezen nog vermoord maar ondertussen kan de “moderne” mens dankzij zijn “technische
vooruitgang” de kinderen al doden voordat ze geboren zijn. Kinderen waarvan deze dienaren
van de satan beweren dat het slechts om “foetaal weefsel” gaat.
Één ding is absoluut zeker: alles dat door de zondaren wordt gedaan is bij de Schepper bekend,
want: “Zou Hij, die het oor plantte, niet horen? die het oog vormde, niet zien?” Geen enkele
misdadiger die deel heeft aan deze massamoord zal daarom aan Gods oordeel ontkomen. Dat God niet met Zich
laat spotten zal iedere hardleerse zondaar aan de weet komen, hij die zichzelf wijsmaakt dat er geen oordeel
over de zonden bestaat. Waarom gedragen al deze goddelozen zich zo? Het antwoord luidt: “Omdat het
vonnis over de boze daad niet aanstonds voltrokken wordt, daarom is het hart der mensenkinderen in hen
begerig om kwaad te doen, daar een zondaar honderdmaal kwaad doet en toch lang leeft” (Pred.
8:11-12). Massa's zondaren hebben hun geweten dichtgeschroeid door zichzelf en anderen wijs te
maken dat er geen God en daarom ook geen oordeel bestaat. Om zoveel mogelijk zondaren te verhinderen om
door berouw en bekering tot hun Schepper terug te keren wordt massaal het bestaan van de Schepper ontkend
door misbruik te maken van het begrip wetenschap. Een wetenschap die geen wetenschap is maar als
evolutietheorie verwoestende gevolgen heeft gehad voor velen. Een van deze gevolgen is de mening dat goed
en kwaad betrekkelijk zijn, zoals ook al het andere in het universum, dat slechts door het stomme toeval
zou zijn ontstaan. Door deze satanische hersenspoeling is er geen geloof in het bestaan van een absolute
waarheid en denken deze zondaren zelf wel te kunnen bepalen wat “acceptabel” is. Tezamen met
nog tal van andere leringen van boze geesten tergen deze verloren zielen, wier overleggingen
de god dezer eeuw met blindheid heeft geslagen, hun Schepper iedere dag weer met bijvoorbeeld:
De godloochenaars die hun Schepper dagelijks weghonen bevestigen alleen maar dat zij allemaal door
de overste van deze wereld aan de ketting zijn gelegd. De ketting van zelfzucht en winstbejag. Deze heidenen
zijn bezeten van de materiële welvaart. Iets anders dan slechts die paar jaren dat ze door de Schepper
op deze aarde worden geduld hebben zij overigens niet.
Over de bespottelijke dwaasheid van deze op hol geslagen economische gekte had Jezus het volgende te zeggen
in Lucas 12:15-21: “Ziet toe, dat gij u wacht voor alle hebzucht, want
ook als iemand overvloed heeft, behoort zijn leven niet tot zijn bezit. En Hij sprak tot hen een
gelijkenis en zeide: Het land van een rijk man had veel opgebracht. En hij overlegde bij zichzelf en zeide:
Wat moet ik doen, want ik heb geen ruimte om mijn vruchten te bergen. En hij zeide: Dit zal ik doen: ik
zal mijn schuren afbreken en grotere bouwen en ik zal daarin al het koren en al mijn goederen bergen.
En ik zal tot mijn ziel zeggen: Ziel, gij hebt vele goederen liggen, opgetast voor vele jaren, houd rust,
eet, drink en wees vrolijk. Maar God zeide tot hem: Gij dwaas, in deze eigen nacht wordt uw ziel van
u afgeëist en wat gij gereedgemaakt hebt, voor wie zal het zijn? Zo vergaat het hem, die voor
zichzelf schatten verzamelt en niet rijk is in God”. De dwaas in deze gelijkenis staat model
voor de massa's goddelozen die in hun hebzucht en winstbejag geen tijd hadden voor wat echt belangrijk
is, die er niet van wilden weten dat zij verloren zondaren zijn die hun bestaan uitsluitend aan Gods verdraagzaamheid
hebben te danken: “....want Hij laat zijn zon opgaan over bozen en goeden en laat het regenen over
rechtvaardigen en onrechtvaardigen” (Matth. 5:45). De apostel Paulus bracht
deze situatie als volgt onder woorden in Rom. 8:20: “Want de schepping
is aan de vruchteloosheid onderworpen, niet vrijwillig, maar om (de wil van) Hem, die haar daaraan
onderworpen heeft....”. Vruchteloos en zinloos zijn daarom de inspanningen van alle hardleerse zondaren
die met achterlating van al hun bij elkaar geschraapte rijkdom net als de rijke dwaas naar de eeuwige
pijniging zullen worden afgevoerd. In het voorgaande lazen wij namelijk al wat Jezus in Joh.
3:36 over hen zei: “....doch wie aan de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar
de toorn Gods blijft op hem”.
De tijd dringt ondertussen en maant ons daarom het evangelie bekend te maken aan de hele schepping. Daarvoor
zijn meer arbeiders nodig. Laten al die “christenen” zich daar nu maar eens druk om gaan maken
in plaats van zich te laten meeslepen richting dezelfde afgrond waarin ook de dwaas, die rijk meende te
zijn maar niets bleek te bezitten, werd gedumpt. De dwaas in deze gelijkenis was uiteraard een fictief
figuur maar velen, o velen zijn de dwazen die echt bestaan en waarmee de hel nu vol zit. Precies zoals
de apostel Johannes schreef in 1 Joh. 2:16-17: “Want al wat in de wereld is: de begeerte des vlezes, de begeerte der
ogen en een hovaardig leven, is niet uit de Vader, maar uit de wereld. En de wereld gaat voorbij en
haar begeren, maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid”.
Uiteraard worden zowel de misdaden van de egoïstische goddelozen als het afvallige gedrag van “christenen”
door God gezien en daarover schreef de apostel Paulus in Rom. 1:18-21: “Want toorn
van God openbaart zich van de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van mensen, die de waarheid in
ongerechtigheid ten onder houden, daarom dat hetgeen van God gekend kan worden in hen openbaar is, want God heeft
het hun geopenbaard. Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert
de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand doorzien, zodat zij geen verontschuldiging hebben. Immers,
hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen zijn op niets uitgelopen,
en het is duister geworden in hun onverstandig hart”.
Veelzeggend is wat hier in de laatste zin wordt benadrukt: Immers, hoewel zij God kenden. Dit doet
me weer denken aan wat ik iemand eens hoorde vertellen over het laatste oordeel en aan het mogelijke tafereel
dat hij daarbij schetste van de verlorenen die voor de hemelse Rechter zouden staan. Hun antwoord op de
vraag van Jezus of zij het evangelie hadden gekend en zo ja: waarom zij zich toch niet wensten te bekeren
zou dan ongeveer luiden: “Ja, ehh..... ziet U, ik heb het wel geweten, maar ik heb het niet willen
weten”. Terecht schrijft de apostel Paulus daarom van al deze huichelaars dat zij geen verontschuldiging
hebben want ook in de schepping kon het bestaan van de Schepper worden herkend. En precies dit wordt met
grote grimmigheid ontkend en huichelachtig overschreeuwd met een schroothoop vol onbewezen theorieën
die desondanks voor wetenschap moeten doorgaan. Deze goddeloosheden worden door de Schepper nu nog gedoogd
maar zullen bij het laatste oordeel worden ontmaskerd als misdaden....
Hoe groot zijn Gods genade en geduld dat Hij zoveel van al deze gruwelijkheden nog zo lang verdraagt!
Terwijl Hij voortdurend al deze goddeloze praktijken moet aanzien. Over Gods geduld en verdraagzaamheid
lees ik in Rom. 3:23-26: “Want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods, en worden
om niet gerechtvaardigd uit zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus. Hem heeft God voorgesteld
als zoenmiddel door het geloof, in zijn bloed, om zijn rechtvaardigheid te tonen, daar Hij de zonden,
die tevoren onder de verdraagzaamheid Gods gepleegd waren, had laten geworden - om zijn rechtvaardigheid
te tonen, in de tegenwoordige tijd, zodat Hijzelf rechtvaardig is, ook als Hij hem rechtvaardigt, die
uit het geloof in Jezus is”.
In andere bewoordingen wordt ditzelfde ook gezegd in Jes. 48:8-11: “Gij hebt noch gehoord
noch geweten noch heeft zich vanouds uw oor geopend, want Ik wist, dat gij zeer trouweloos zijt en een overtreder
heet van de moederschoot aan. Om mijns naams wil vertraag Ik mijn toorn, ter wille van mijn lof bedwing
Ik Mij, u ten goede, om u niet uit te roeien. Zie, Ik heb u gelouterd, doch niet als zilver; Ik heb u beproefd in
de smeltoven der ellende. Om Mijnentwil, om Mijnentwil doe Ik het, hoe groot ook de ontwijding is; mijn eer geef Ik
aan geen ander”. En in Psalm 78:38-41: “Maar Hij, de barmhartige, verzoende de
ongerechtigheid en verdierf niet; Hij wendde menigmaal zijn toorn af en wekte zijn volle grimmigheid niet op;
Hij gedacht, dat zij vlees waren, een ademtocht, die vervliegt en niet wederkeert. Hoe vaak waren zij weerspannig tegen
Hem in de woestijn, griefden Hem in de wildernis, En verzochten God wederom, en krenkten de Heilige Israëls”.
De zondige mens die een overtreder is van de moederschoot aan krijgt hier en nu nog de gelegenheid om zich van
al zijn huichelachtigheid en vijandschap tegenover zijn Schepper te bekeren. Zolang hij op deze wereld is worden zijn
zonden door God verdragen maar als een zondaar blijft volharden in zijn zonden en in het afwijzen van Gods uitgestoken
hand dan duurt Gods verdraagzaamheid precies tot aan het moment van sterven. Daarna is het voorgoed afgelopen. Als de
verloren ziel vervolgens naar het dodenrijk wordt afgevoerd en vrijwel onmiddellijk beseft in wat voor afschuwelijke
situatie hij zich bevindt kan hij schreeuwen om vergeving en erbarmen en in paniek een lading beloften doen maar er
zal dan niet meer naar geluisterd worden en hij of zij zal geen erbarmen meer ontvangen. Dan is het echt voorgoed voorbij.
De ernst hiervan dringt tot de zondaren niet door. Een sprekend voorbeeld daarvan komen we tegen in Lucas 13:1-5: “Terzelfder tijd kwamen enigen tot Hem met het bericht over de Galileeërs, wier
bloed Pilatus met hun offers vermengd had. En Hij antwoordde en zeide tot hen: Meent gij, dat deze Galileeërs groter
zondaars waren dan alle andere Galileeërs, omdat zij dit lot hebben ondergaan? Neen, zeg Ik u, maar als gij
u niet bekeert, zult gij allen evenzo omkomen. Of meent gij, dat die achttien, op wie de toren bij Siloam viel en
die erdoor gedood werden, schuldiger waren dan alle andere mensen, die in Jeruzalem wonen? Neen, zeg Ik u, maar als
gij u niet bekeert, zult gij allen evenzo omkomen”. Wat bedoelde Jezus hier te zeggen? Dat zij ook onder een
toren terecht zouden komen als zij zich niet zouden bekeren? Uiteraard niet. Jezus' boodschap was hier dat als zij zich
niet zouden bekeren zij zelf ook in hun zonden zouden sterven en de eeuwige verlorenheid zouden smaken.
Aan iedere huichelaar die zich achter deze of achter vergelijkbare uitvluchten verschuilt heb ik
daarom het volgende te melden: als jij vindt dat het gedrag van al die schijnchristenen een aanfluiting/schijnvertoning
is (en dat klopt inderdaad) en als dit gedrag jouw “rechtvaardigheidsgevoel” werkelijk zo
zwaar op de proef stelt, laat dan maar eens blijken dat het met die rechtvaardigheid van je menens is:
dus ga de bijbel lezen, ga leven zoals de bijbel ons dit leert en geef het goede voorbeeld aan al die
namaak christenen die een aanfluiting zijn voor het evangelie. De kans is levensgroot aanwezig dat je
nu paniekerig terugkrabbelt omdat je dit nooit en te nimmer van plan bent. Waarmee je dan ook meteen onomstotelijk
hebt bewezen dat jij je totaal niet druk maakt om het gedrag van al die schijnchristenen maar dat je daarentegen
iedere gelegenheid aangrijpt om tegen je Schepper te zeggen dat Hij kan barsten met Zijn evangelie
van verlossing. Omdat je in het diepst van je huichelachtige hart niet wilt toegeven dat je een
verloren zondaar bent.
Het is absoluut dramatisch dat massa's koppige zondaren hun harde kop niet willen buigen voor hun
eigen Schepper. Terwijl het toch beslist een zaak van eeuwig leven of van de eeuwige dood is. Al deze
hoogmoedige huichelaars reageren op Gods uitnodiging met een huichelachtig: “Ik verzoek u, houd
mij voor verontschuldigd (want ik wil niet weten dat ik een slaaf van de zonde ben)”. Ja, arglistig
is het hart boven alles!! Wat dat arglistige hart niet wil weten is dat het nog steeds aanwezig is op
deze wereld dankzij Gods verdraagzaamheid.
Het is me meer dan eens overkomen dat men meende mij er op te moeten wijzen dat je niet te veel de nadruk moet leggen op de gevolgen van de zonde, op de verschrikkingen van de dood en op de eeuwige verlorenheid, want: “dat zou mensen alleen maar afschrikken”. En telkens als ik met dit soort protesten te maken krijg hoor ik op de achtergrond weer die slang mee sissen. Het evangelie is er heel duidelijk over dat de gevolgen van de zonde afschuwelijk zijn. Als zondaren in hun zonden blijven leven en er tot op hun laatste snik niet mee willen breken blijft de toorn Gods op hen. Dit zijn Jezus' woorden, dus als men al sissend protesteert dat dit met Gods liefde niets heeft te maken, maakt men van Jezus een leugenaar en spreekt men met de tong van de slang. Dezelfde slang die ooit de eerste mens verleidde tot ongehoorzaamheid aan God. De gruwelijke situatie waarin iedere zondaar zich bevindt die niets wil weten van Gods uitgestoken hand, en dat is de hand van Jezus, en die het evangelie van verlossing hooghartig afwijst, is dat hij of zij voor eeuwig de gevolgen van Gods toorn zal moeten ondergaan.
Dat het loon van de zonde de eeuwige dood is, is een niet graag gehoorde waarheid. Vergelijkbaar met de slijmerige boodschap
van de misleider die ik aan het begin van deze pagina het masker heb afgerukt zijn de verwijten van hen die het liefst
horen dat God een God van liefde is en geen God van wraak. De bijbel wordt daarmee het zwijgen opgelegd, wat overigens
ook om diverse andere redenen gebeurt. Met rampzalige gevolgen. Één van die gevolgen is dat men vrijwel totaal
uit het oog verliest dat God een heilige God is die de zonde niet kan verdragen, wat bijvoorbeeld in Habakuk
1:13a in slechts een paar woorden wordt samengevat: “Gij, die te rein van ogen zijt om het kwaad te zien,
en die het onrecht niet kunt aanschouwen”. Dat Hij de zonde toch voor een bepaalde tijd verdraagt, zoals we hierboven
hebben gelezen, laat nu juist zien dat Hij behalve een God van liefde ook een God van wrake is die vanwege Zijn liefde
voor de mens Zijn toorn en Zijn wraak vertraagt om de zondaren zo lang mogelijk de kans te geven zich van hun goddeloosheid
te bekeren.
Maar zoals ieder mensenleven hier op aarde een einde kent zal ook met de goddeloosheid op deze aarde uiteindelijk
worden afgerekend, met de talloze gruwelijke zonden die door God nu nog tijdelijk worden verdragen. Voortdurend
wordt er door miljarden zondaren de spot gedreven met Gods heiligheid. De manieren waarop dit gebeurt
zijn te talloos om op te noemen maar in het voorgaande zijn enkele daarvan onder de aandacht gebracht.
Hoe heeft dit zover kunnen komen? De satan weet maar al te goed dat hoe eerder in een mensenleven hij
het denken van de mens kan beïnvloeden en manipuleren hoe meer effect dit heeft. Vandaar dat ook
via de technische middelen die hem ter beschikking staan dit “herprogrammeren” van jonge kinderen
massaal wordt toegepast. Bijvoorbeekd in de vorm van tekenfilms/animatiefilms.
Met de goedkope uitvlucht dat het allemaal slechts getekend is en dus maar fantasie is wordt schijnheilig
het feit genegeerd dat met dit satanische bedrog de jonge kinderziel wordt beïnvloed en schade oploopt.
Het “speelse karakter” van zo'n tekenfilm dient namelijk om de getoonde agressie en het geweld
een “onschuldig” imago te geven. Inmiddels is de tekenfilm al weer verouderde techniek en
hebben de computeranimatie films deze rol overgenomen. Grafisch is het daardoor indrukwekkender geworden,
echter ook het tempo is schrikbarend toegenomen. Met gemiddeld elke seconde een nieuwe scene, waarmee
het kinderbrein wordt overbelast en volgepompt met schadelijke informatie. Voor de verziekte geesten die
zich schuldig maken aan deze verleiding tot zonde (want dat is precies waar het hier over gaat) had Jezus
de volgende boodschap in Matth. 18:6: “Maar een ieder, die een dezer kleinen,
die in Mij geloven, tot zonde verleidt, het zou beter voor hem zijn, dat een molensteen om zijn hals
was gehangen en hij verzwolgen was in de diepte der zee”.
Het resultaat van deze groots opgezette aanslag op de nog onbedorven geest van jonge kinderen is
dat er nu massa's zondaren rondlopen die door deze, in talloze teken/animatie films verborgen, herprogrammering
met blindheid zijn geslagen voor de wetteloosheid die dagelijks op hen afkomt. Groot is daarom de kans
dat wanneer de hardnekkige, zelfingenomen zondaar wordt gewezen op de zonden in zijn leven hij onverschillig
de schouders zal ophalen en spottend zal mompelen dat “alleen heilige boontjes zich daar druk om
maken”. Pas wanneer iemand tot bekering komt en de Heilige Geest hem stap voor stap de ogen opent
voor de zonden in eigen leven en voor alle goddeloosheid en wetteloosheid in de wereld zal de gruwelijkheid
ervan volledig tot hem doordringen. Plus het besef dat de hardnekkige zondaren in hun vijandschap tegen
God voortdurend de spot drijven met de heiligheid van God. Ik weet uit ervaring dat het Gods Heilige Geest
is die ons daar de ogen voor opent. Hoe verder het kind van God geestelijk groeit en hoe meer hij of zij
de moeite neemt om Gods Woord te bestuderen des te meer zullen bij hem of haar de ogen opengaan voor de
gruwelijkheid van wat er dagelijks door de vloek van de zonde op deze aarde plaatsvindt. Zodat uiteindelijk
het besef zal komen dat de heilige God niet eindeloos blijft afwachten en dat Hij de hardnekkige zondaren
niet ongestraft hun gang laat gaan. Dat zullen die zondaren zelf ook gaan beseffen op de dag dat ze in
paniek zullen schreeuwen: “Verberg ons voor het aangezicht van Hem, die gezeten is op de troon,
en voor de toorn van het Lam....”
In het bijbelboek Openbaring wordt ons verteld dat in de eindtijd, als de goddeloosheid van de mensen een ongekend
dieptepunt heeft bereikt, ook de nog levende goddelozen zullen doorkrijgen dat dezelfde God die zij zo huichelachtig
hebben genegeerd met hen zal gaan afrekenen. Dat is geen leuk vooruitzicht maar er valt nog aan te ontkomen. Voor hen
echter die, eenmaal op dat punt in de wereldgeschiedenis aangekomen, nog steeds als vijanden van God leven is er geen
ontkomen meer aan.
We lezen daarover in Openb. 6:15-17: “En de koningen der aarde en de groten en de
oversten over duizend en de rijken en de machtigen en iedere slaaf en vrije verborgen zich in de holen en de rotsen der
bergen; en zij zeiden tot de bergen en tot de rotsen: Valt op ons en verbergt ons voor het aangezicht van Hem, die
gezeten is op de troon, en voor de toorn van het Lam; want de grote dag van Zijn toorn is gekomen en wie kan
bestaan?” Twee dingen komen hier duidelijk naar voren:
Wanneer ik Gods toorn over al deze goddeloosheid overpeins moet ik meer dan eens denken aan een zeer indringende
en dreigende onheilstijding die gericht is tegen al de hardnekkige zondaren die hun Schepper jarenlang getergd hebben
met hun gruwelijkheden.
Ik lees die in Jes. 42:13-15: “De Here trekt uit als een held; als een
krijgsman doet Hij de strijdlust ontbranden; Hij heft de strijdkreet aan, ja schreeuwt die uit; Hij betoont
Zich een held tegen zijn vijanden. Ik heb van oudsher gezwegen, Ik heb gezwegen en Mij ingehouden;
nu zal Ik schreeuwen als een barende vrouw; Ik zal snuiven en hijgen tegelijk. Ik zal bergen en heuvels
verschroeien en al hun gewas zal Ik doen verdorren; Ik zal rivieren tot land maken en plassen zal Ik doen
opdrogen”. Ook hier komen de bergen weer voorbij. Er blijkt hier echter dat ook met deze bergen
door de toornende God meedogenloos zal worden afgerekend. De goddelozen die dus hun bescherming zoeken
bij deze bergen (= boze geesten) zullen die bescherming niet vinden en zijn dan ook overgeleverd aan de
toorn van Jezus Christus. Zij die het liefst horen dat God een God van liefde is en geen God van wraak
(omdat zij die twee eigenschappen niet kunnen rijmen) hebben in hun huichelachtigheid genegeerd dat Hij
een heilige God is die niet eindeloos met Zijn heiligheid de spot laat drijven. Zij hebben zojuist kunnen
lezen dat Hij Zich ook niet langer zal inhouden.
Dus als jij, lezer, nu nog in ongeloof en vijandschap tegenover je Schepper leeft ziet het er onvoorstelbaar dramatisch
voor je uit. Je leeft onder de vloek van de zonde en het loon van die zonde is de dood. Als je desondanks in je trots
en ongezeglijkheid minachtend de neus ophaalt voor Gods uitgestoken hand zul je na je sterven voor eeuwig de toorn van
God ondergaan. Ook voor hen die het evangelie hebben gekend en er geen boodschap (meer) aan hadden is er geen ontkomen
meer aan..... “want indien wij opzettelijk zondigen, nadat wij tot erkentenis der waarheid gekomen zijn, blijft
er geen offer voor de zonden meer over, maar een vreselijk uitzicht op het oordeel en de felheid van een vuur,
dat de wederspannigen zal verteren. Indien iemand de wet van Mozes terzijde heeft gesteld, wordt hij zonder mededogen
gedood op het getuigenis van twee of drie personen. Hoeveel zwaarder straf, meent gij, zal hij verdienen, die de Zoon
van God met voeten heeft getreden, het bloed des verbonds, waardoor hij geheiligd was, onrein geacht en de Geest der
genade gesmaad heeft? Want wij weten, wie gezegd heeft: Mij komt de wraak toe, Ik zal het vergelden! En wederom:
De Here zal zijn volk oordelen. Vreselijk is het, te vallen in de handen van de levende God!” (Hebr.
10:26-31).
Om een indruk te geven van het soort bijbelgedeelten die de misleider waarmee ik deze pagina ben begonnen knarsetandend uit de bijbel wilde scheuren heb ik een deel daarvan hieronder opgesomd. Ze laten ons zien dat het menens is en dat er dus niet valt te spotten met de Schepper van het leven. Het leven dat Hij schiep heeft Hij niet geschapen om het weer te vernietigen. Wie zich willens en wetens niet heeft willen bekeren van zijn zonden zal dan ook eeuwig aan de gevolgen ervan worden herinnerd. Om ons te waarschuwen voor dit vreselijke lot is de bijbel heel duidelijk over de aard en de reden van Gods toorn. Aan de hier opgesomde tekstgedeelten heb ik in cursieve groene tekst commentaar toegevoegd.
Waar Gods toorn uiteindelijk op uitloopt voor al die zondaren die zich niet door Gods Heilige Geest wilden laten
overtuigen van hun zonden wordt ons in Openb. 21:8 in een paar regels verteld: “Maar de
lafhartigen, de ongelovigen, de verfoeilijken, de moordenaars, de hoereerders, de tovenaars, de afgodendienaars en alle
leugenaars - hun deel is in de poel, die brandt van vuur en zwavel: dit is de tweede dood”.
Uit Exodus 23:2 weten we dat de meerderheid altijd in het kwade is. We zien daar
namelijk staan: “Gij zult de meerderheid in het kwade niet volgen...”. Het is daarom een onvoorstelbaar
trieste zaak dat van alle mensen, die stuk voor stuk door God zijn geschapen voor het eeuwige leven in Zijn nabijheid,
de meesten uiteindelijk in de tweede dood hun “beloning” zullen vinden, zoals de apostel Paulus in
Rom. 6:23 al stelde: “Want het loon, dat de zonde geeft, is de dood”. Ik vond ooit
in een (indrukwekkend) boek over de zondvloed berekeningen betreffende het mogelijke aantal mensen dat tijdens de
zondvloed is omgekomen. Volgens die berekeningen waren dat er zeer waarschijnlijk meer dan 10 miljard.
Onvoorstelbaar. Van die 10 miljard waren er in Gods ogen maar 8 zielen goed genoeg om in leven te blijven. Daarover
schrijft de apostel Petrus in 1 Petrus 3:18-20, waar we vinden: “Want ook Christus is
eenmaal om de zonden gestorven als rechtvaardige voor onrechtvaardigen, opdat Hij u tot God zou brengen: Hij, die
gedood is naar het vlees, maar levend gemaakt naar de geest, in welke Hij ook heengegaan is en gepredikt heeft aan de
geesten in de gevangenis, die eertijds ongehoorzaam geweest waren, toen de lankmoedigheid Gods bleef afwachten,
in de dagen van Noach, terwijl de ark in gereedheid werd gebracht, waarin weinigen, dat is acht zielen, door het
water heen gered werden”. Merk op dat hier sprake is van de lankmoedigheid Gods die bleef afwachten. De
overeenkomst met wat Paulus schreef in Rom. 3:25-26 is duidelijk: “....daar Hij de
zonden, die tevoren onder de verdraagzaamheid Gods gepleegd waren, had laten geworden - om zijn rechtvaardigheid
te tonen”. De beide apostelen laten ons dus weten dat God Zijn toorn doelbewust uitstelt om de zondaren extra
tijd en kansen te geven zich van hun zonden te bekeren. Ook in deze eindtijd is dat het geval. Een tijd waarvan Jezus
zei in Lucas 17:26-27: “En gelijk het geschiedde in de dagen van Noach, zo zal het ook
zijn in de dagen van de Zoon des mensen: zij aten, zij dronken, zij huwden, en zij werden ten huwelijk genomen tot op
de dag, waarop Noach in de ark ging en de zondvloed kwam en allen verdelgde”. Terwijl God Zich nog inhoudt en
Zijn toorn uitstelt hebben ook de hedendaagse goddelozen het ontzettend druk met hun aangename leventje. Niet beseffend
dat al hun bezigheden door God aan de vruchteloosheid zijn onderworpen. “Want...”, schreef Paulus in
Rom. 8:20, “...de schepping is aan de vruchteloosheid onderworpen, niet vrijwillig, maar
om (de wil van) Hem, die haar daaraan onderworpen heeft”. Wie nog onder de vloek van de zonde leeft, leeft een
vruchteloos leven en zal, als er geen echte bekering heeft plaatsgevonden, in de poel die brandt van vuur en zwavel
zijn eeuwige noodlot vinden. Omdat massa's zondaren het belangrijkste in dit leven niet belangrijk genoeg vinden is dat
hun bestemming. Ook zijn er die denken via een achterdeur het eeuwige leven binnen te kunnen komen door te menen dat er
niet één weg naar God is maar meerdere wegen. Dit is echter een zeer sluwe manier om te verbergen wat men
werkelijk bedoelt te zeggen en dat is dit: “Wij hebben aan die Jezus Christus geen enkele boodschap”.
Johannes de Doper zag dergelijke huichelaars ook op zich afkomen en zijn reactie daarop in Lucas
3:7-9 was deze: “Hij sprak dan tot de scharen, die uitliepen om zich door hem te laten dopen: Adderengebroed,
wie heeft u een wenk gegeven om de komende toorn te ontgaan? Brengt dan vruchten voort, die aan de bekering beantwoorden.
En gaat niet bij uzelf zeggen: Wij hebben Abraham tot vader; want ik zeg u, dat God bij machte is uit deze stenen Abraham
kinderen te verwekken. Ook ligt reeds de bijl aan de wortel der bomen. Iedere boom dan, die geen goede vruchten voortbrengt,
wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen”.
Dat knalt erover. De waarschuwing is duidelijk: geen enkele list, geen stamboom, geen “uitverkoren volk”
mythe of wat voor eigen gerechtigheid dan ook kan ons van de komende toorn redden. Uitsluitend bekering, met berouw
om onze zonden, het aannemen van Jezus als de enige weg tot de Vader en het voortbrengen van vruchten die aan onze bekering
beantwoorden is de garantie voor het eeuwige leven.
Voor hen die al het voorgaande nog niet hebben willen begrijpen herhaal ik hier nog maar even wat we in
Openb. 14:9-11 zagen staan: “En een andere engel, een derde, volgde hen, zeggende
met luider stem: Indien iemand het beest en zijn beeld aanbidt en het merkteken op zijn voorhoofd of op
zijn hand ontvangt, die zal ook drinken van de wijn van Gods gramschap, die ongemengd is toebereid in
de beker van zijn toorn; en hij zal gepijnigd worden met vuur en zwavel ten aanschouwen van de heilige
engelen en van het Lam. En de rook van hun pijniging stijgt op in alle eeuwigheden, en zij hebben
geen rust, dag en nacht, die het beest en zijn beeld aanbidden, en al wie het merkteken van zijn naam
ontvangt”.