Dit boek bevat een aantal beweringen en uitspraken die eerder in het boek geuite overtuigingen ongeloofwaardig maken. Er wordt bijvoorbeeld door de schrijver benadrukt dat een gemeente beslist geen bedrijf is maar door van zichzelf toe te geven dat hij zich van nature helemaal thuis voelt bij ondernemers en managers wordt het wel heel aannemelijk dat hij zijn eigen gemeente runt als een bedrijf. Bij het lezen van het boek wekken de beschreven werkwijzen daarom meer dan eens de sterke indruk dat er een (gemeente)bedrijf gerund wordt waarin de vele psychologische trucjes zo allesoverheersend aanwezig zijn dat ik me meer dan eens heb afgevraagd of de Heilige Geest, misschien, eventueel, ook nog een bijdrage zou mogen leveren of dat daar in dit overbezette systeem geen ruimte voor is gereserveerd. Het is treffend dat het boek dus wel vol staat met methoden voor het aantrekken van nieuwe gemeenteleden maar dat er gelijktijdig van wordt uitgegaan dat deze methoden door vrijwel alle gezindten, kerkgenootschappen en christelijke stromingen te gebruiken zijn. Alleen al het feit dat het christendom in zovele stromingen is verdeeld is al een bewijs dat de waarheid van het evangelie heeft moeten wijken voor de vele leringen van het geestelijke Babylon. Het Koninkrijk Gods wordt daarom niet gediend met een zoveelste methode om zoveel mogelijk “belangstellenden” over de drempel te hijsen maar wel met het oprecht verkondigen van het evangelie van Jezus. Dat veel mensen daar aanstoot aan nemen heeft ook Jezus zelf ondervonden. Dat dit feit de bezoekersaantallen wel eens zou kunnen drukken: het zij zo.
Ik kwam ergens (niet in het boek) een uitspraak tegen van Rick Warren waarmee hij overduidelijk de
richting aangeeft die hij met zijn management evangelie is ingeslagen: “Het maakt echt niet uit
tot wat voor kerk u behoort, mensen. We horen allemaal bij hetzelfde team als u Jezus liefhebt”.
De heer Warren gaat er dus voor het gemak maar even aan voorbij dat Jezus slechts één evangelie
heeft gebracht en geen boodschap die uit een a, b en een c versie bestaat. Rondkijkend in het hedendaagse
geestelijke Babylon zie ik dat men er zelfs nog veel meer versies bijgemaakt heeft. In Joh.
14:15 zegt Jezus: “Wanneer gij Mij liefhebt, zult gij mijn geboden bewaren”.
Even verder in vers 21 laat Jezus weten dat het omgekeerde ook waar is: “Wie mijn geboden heeft
en ze bewaart, die is het, die Mij liefheeft”. Juist omdat die geboden van Jezus op zovele
manieren en in zovele kerkgenootschappen worden aangepast aan “de geest van deze tijd” blijkt
die liefde voor Jezus, en daarmee de liefde voor de waarheid, niet aanwezig te zijn. Waardoor het
“christendom” uit zijn voegen barst vanwege de talloze religieuze straatjes. En nu zoekt men
op een onbijbelse manier naar een kunstmatige “eenheid”. De ontwikkelingen binnen de zogenaamde
Charismatische Beweging laten namelijk zien dat de grens tussen de occulte roomse kerk en de evangelische/pinksterbeweging
steeds verder vervaagt door alle inspanningen van beide kanten om “tot elkaar” te komen door
de verschillen weg te moffelen en de nadruk te leggen op de “overeenkomsten”. Dit is een poging
om al deze stromingen binnen dat geestelijke Babylon bij elkaar te vegen waardoor er uiteindelijk één
wereldreligie zal ontstaan. Één religie waarbinnen voor het evangelie van Jezus geen plaats
is.
Zou dit misschien bedoeld worden als men het heeft over “hetzelfde team”??
Een aantal jaren geleden werd er namelijk door een New Age auteur voorspeld (of aangekondigd?) dat de
evangelische kerken het belangrijkste instrument zouden zijn om de nieuwe wereldorde tot stand te brengen.
En in die nieuwe wereldorde is slechts plaats voor die ene wereldreligie. Een religie die Jezus Christus
heeft uitgespuugd!
In dit licht bezien is het negeren van de verschillen plus de nadruk die er wordt gelegd op “hetzelfde
team” bijzonder verdacht. Daar komt nog eens bij dat ook de verwijzingen in het boek naar occulte
misleiders zoals wijlen Robert Schuller en soortgenoten een aanwijzing zijn dat de banden van de schrijver
met deze vrijmetselaar(!!) een grotere invloed hebben gehad op de inhoud van dit boek dan de meeste lezers
willen weten. Dat is veelzeggend. En absoluut dramatisch voor al diegenen die zich maar al te makkelijk
laten meeslepen door alweer een nieuwe hype, die zoals ook in dit geval, niet zelden uit Amerika komt
overwaaien.
Rekening houdend met wat er ondertussen al vanuit het bijna compleet verrotte christendom in Amerika deze
kant op is gewaaid kan ik me dan ook helemaal vinden in een voltreffer van de bekende evangelist David
Wilkerson: “De grootste exportproducten van de Verenigde Staten zijn Coca Cola en valse doctrines”.
Terwijl ik dit schreef had ik een folder bij me op tafel liggen met info over The Global
Leadership Summit 2005. Onder deze wervelende naam zou er door de Willow Creek Association
een topconferentie worden georganiseerd voor o.a. oudsten, raadsleden, sleutelfiguren in de kerk en het
zakenleven en nieuwe leiders, met het doel hun leiderschapskwaliteiten “aan te scherpen”.
Sprekers op deze conferentie waren o.a. Rick Warren en Bill Hybels. Kieskeurig wat betreft de christelijke
achtergrond van de conferentiegangers was men bepaald niet, zo stelde ik destijds vast. Het betrof dus
weer zo'n typisch uit alle christelijke hoeken en gaten bij elkaar geveegd publiek. Het feit dat er opvallend
veel over leiderschap gesproken zou gaan worden was alweer zo'n aanwijzing dat het protestantse christendom
afstevent op een systeem van “volgzame kudde met sterke leiders” waarin al die overtrokken
aandacht voor “sterke” leiders dat protestantse christendom rechtstreeks en doelgericht
in de klauwen drijft van de, jawel, al lang klaar staande rooms katholieke wolven, met hun pausdom. Het
zal dan echter wel een van het evangelie vervreemd christendom zijn geworden waarbinnen de volgzame kudde
altijd afhankelijk zal blijven van wat de grote leiders te vertellen hebben, zoals dat ook in de roomse
religie de praktijk is. Van al die grote leiders zal er in deze rooms/protestantse vergaarbak uiteindelijk
maar één overblijven en die leider wordt in de bijbel de antichrist genoemd. In de genoemde
folder las ik verder dat het doel van de Leadership Summit o.a. was om “diegenen
met de gave van leiderschap uit te dagen om op staan en te leiden”.
In de ware gemeente van Jezus Christus is het echter nog altijd de Heilige Geest die bepaalt wie welke taak of bediening
krijgt toegewezen. Als daarentegen iemand in een plaatselijke gemeente van zichzelf vindt een groot leider te zijn en
zichzelf daarom dan ook maar een leidende taak toebedeelt zijn de schapen al bij voorbaat geslacht.
Want door al dit gezwijmel over “grote leiders” tijdens bijeenkomsten als The
Global Leadership Summit wordt de aandacht afgeleid van dit feit: de praktijk heeft al talloze malen
laten zien dat waar de mens zichzelf opwerpt als leider, het ego van de leider in kwestie schrikbarende
afmetingen aanneemt. En dat heeft nare gevolgen voor iedere durfal die dat ego geen vrije doorgang verleent
en tegengas durft te geven. Ik weet uit ervaring hoe dat in zijn werk gaat. Het evangelie van Jezus
leert echter iets heel anders. Dat liet Jezus bijvoorbeeld weten in Lucas 22:26
waar Hij zegt: “Doch gij niet alzo, maar de eerste onder u worde als de jongste en de leider
als de dienaar”. Dat is een gezindheid waarbinnen voor een opgeblazen ego geen ruimte is.
De profeet en richter Samuël werd op dit punt door Jahweh ook even op de vingers getikt toen hij
er op uit was gestuurd om een nieuwe koning voor Israël te zalven, na de ongehoorzaamheid van koning
Saul. Bij het zien van de kennelijk indrukwekkende verschijning van David's oudste broer Eliab dacht Samuël:
“Zeker staat hier voor de Here zijn gezalfde”. In 1 Samuël 16:7
lezen we echter: “Doch de Here zeide tot Samuël: Let niet op zijn voorkomen noch op zijn rijzige
gestalte, want Ik heb hem verworpen. Het komt immers niet aan op wat de mens ziet; de mens toch ziet aan
wat voor ogen is, maar de Here ziet het hart aan”. En dat hart zat alleen bij het jongste
broertje, David, op de goede plaats. Die kleine David bleek trouwens, ondanks zijn minder indrukwekkende
voorkomen, achteraf toch maar mooi met leeuwen en beren gevochten te hebben. De heldenmoed was weliswaar
aan de buitenkant niet zichtbaar maar zat er wel in. In tegenstelling daarmee zijn er nu massa's van die
arrogante Eliab's met een grote waffel, die van zichzelf menen een goed leider te zijn maar aan Gods maatstaven
kunnen ze absoluut niet voldoen.
Sinds deze pagina in het voorjaar van 2005 werd geschreven heeft de heer Warren bepaald niet stilgezeten.
Op het internet gonsde het bij tijd en wijle van de geruchten en berichten over zijn bezigheden. Ondertussen
is het mij meer dan ooit duidelijk geworden dat hij druk doende is om de christenheid massaal op een dwaalweg
te leiden, een dwaalweg richting..... tja, misschien dat
dit plaatje daar meer licht op werpt. Inderdaad! Meneer Warren zit hier zijn verhaal af te steken
als een eregast op het “World Economic Forum” in Davos, Zwitserland. Hij geeft hier zowaar eerlijk toe dat hij
al vaker van de partij is geweest. Tijdens deze bewuste toespraak, waarin hij overigens alle religies
op één grote hoop veegt én de rooms katholieke kerk ophemelt als een grote weldoener van
de Afrikaanse landen, laat hij ons ook nog even weten dat hij lid is van de Council on Foreign
Relations. Voor wie nog niet weet wat dat voor een club is: deze griezels werken toe naar een wereldregering
en gebruiken daarvoor o.a. “christelijke leiders” zoals, in dit geval, Rick Warren. Over zijn
deelname aan deze CFR is al veel verwarring geweest en dat kwam mede doordat Rick Warren (de sluwe vos)
zijn lidmaatschap van deze CFR meer dan eens probeerde te ontkennen. Daar had hij dan ook wel zijn redenen
voor want als velen van hen die nu nog geloven in zijn oprechtheid zouden weten wat alle leden
van deze CFR geloven en belijden zouden ze hem als “christelijke leider” onmiddellijk aan
de kant vegen.
Wat alle leden van deze CFR namelijk beweren is dat de satan de allerhoogste god van deze wereld is!! De satan wordt
door hen dus als zodanig ook vereerd en om dit binnenskamers te houden hebben deze griezels een eed van geheimhouding
afgelegd. Dankzij het feit dat zo nu en dan een enkeling uit deze occulte kringen tot bekering komt en het als zijn
plicht ziet deze informatie wereldkundig te maken weten wij nu wie de werkelijke opdrachtgever van de heer Warren is.
Te midden van zijn soortgenoten hoefde hij hier kennelijk niet geheimzinnig over te doen, tijdens de al
genoemde toespraak in Davos. Zeer waarschijnlijk vermoedde hij nog niet dat deze toespraak op het internet
zou terechtkomen. We weten inmiddels genoeg over deze gevaarlijke man om te kunnen vaststellen dat zijn
geflikflooi met de politieke en economische leiders van deze wereld bij God niet door de beugel kan. De
heer Warren deed in deze toespraak overigens niet de moeite om de andere deelnemers mee te delen dat zij
verloren zondaren zijn, dat zij onder Gods toorn leven en daarom op weg zijn naar de eeuwige hel. Uit
de bedoelde toespraak van Rick Warren werd mij echter wel duidelijk dat hij, zoals te verwachten was,
andere zaken belangrijker vond dan het evangelie. En met dit laatste in gedachten moet men mijn conclusies
op deze pagina maar eens lezen.
Gemeenten die succes willen hebben bij het evangeliseren in een samenleving die snel heidenser
wordt moeten leren denken als de ongelovigen.
Mijn commentaar: Al in het voorwoord van dit boek is deze mening te vinden. Dit wordt glashard
verkondigd terwijl Jezus Zich ooit inspande om Zijn discipelen een totaal andere manier van denken bij te brengen. Ook
Paulus schrijft daarover, zoals in Rom. 12:2: “En wordt niet gelijkvormig aan deze
wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is,
het goede, welgevallige en volkomene”. En in Ef. 4:17-20: “Dit zeg ik dan en
betuig ik in de Here, dat gij niet langer moogt wandelen zoals ook de heidenen wandelen, in de ijdelheid van hun
denken, verduisterd in hun verstand, vervreemd van het leven Gods om de onwetendheid, die in hen heerst, om de
verharding van hun hart. Zij hebben zich immers in hun verdoving overgegeven aan de losbandigheid om gretig winst te
slaan uit allerlei onreinheid. Maar gij geheel anders: gij hebt Christus leren kennen”.
De achterliggende gedachte van de bovenstaande bewering is dat we eerst moeten begrijpen wat de onbekeerden
bezighoudt om beter aansluiting te kunnen vinden bij hun interesses. Wij moeten echter beseffen dat Jezus
helemaal niet is geïnteresseerd in wat de heidenen denken en al evenmin in wat hun interesses zijn.
Wat Hem alleen interesseert is de inkeer van de mens en zijn besluit om het wereldse denken achter zich
te laten. Dat wordt door Jacobus onomwonden duidelijk gemaakt in Jac. 4:8-10:
“Nadert tot God, en Hij zal tot u naderen. Reinigt uw handen, zondaars, en zuivert uw harten, gij,
die innerlijk verdeeld zijt. Beseft uw ellende, treurt en weent; uw gelach moet veranderen in
treurigheid, en uw vreugde in neerslachtigheid. Vernedert u voor de Here, en Hij zal u verhogen”.
Het is dus de onbekeerde mens (die verhipt goed weet dat onze Schepper bestaat) die tot God moet naderen
en niet andersom. Wanneer een gemeente echt volgens de nieuwtestamentische maatstaven leeft wordt
dit ook herkend door de buitenstaanders en zullen zij die ook datzelfde werkelijk willen ontvangen in
hun leven er door worden aangetrokken. Als een gemeente leert denken als de ongelovigen keert men echter
terug naar de wereldgelijkvormigheid, waarvoor door Paulus juist werd gewaarschuwd!!
Door de toenemende ellende in de wereld lijken er meer mensen af te komen op het evangelie van
Jezus dan in het verleden het geval was.
Mijn commentaar: Het is beslist waar dat ellende de mens meer bepaalt bij de
betrekkelijkheid van dit leven waardoor de aandacht onontkoombaar verschuift naar het bovennatuurlijke.
Ik noem dit met opzet het bovennatuurlijke omdat ook veel mensen hun toevlucht nemen in de occulte
bovennatuurlijke zaken. De ervaring heeft me geleerd dat waar men door de nood gedreven zijn toevlucht
neemt tot God, dit veeleer een vlucht is uit onaangename omstandigheden dan een werkelijk verlangen om
het eigen leven onvoorwaardelijk toe te wijden aan Jezus Christus. Dat zou ik zo willen uitdrukken: Nood
leert bidden. Maar.... als alleen de nood ons kan leren bidden zal de voorspoed ons het bidden net zo
snel weer afleren. Terug bij af dus.
De principes van de “doelgerichte gemeente” zijn vele malen getest, ook in gemeenten
van allerlei verschillende kerkgenootschappen.
Mijn commentaar: Zoals ik al in de inleiding heb verwoord maakt het volgens de
“doelgerichte gemeente filosofie” kennelijk niet uit wat voor evangelie je brengt. Als je
de methode van Rick Warren maar gebruikt krijg je de zaal toch wel vol, zelfs al is het evangelie van
Jezus grondig gemoderniseerd. Wat heeft het voor zin om buitenstaanders met zo'n nep evangelie lastig
te vallen?
De kerk is al tweeduizend jaar lang door God gebruikt om tot een zegen te zijn.
Mijn commentaar: Dit was voor mij een bewering die er meteen bovenuit sprong. Want als
men het heeft over “de kerk” in de afgelopen twintig eeuwen kan men niet voorbij gaan aan de zeer kwalijke
rol van de roomse kerk, het Vaticaan en alle daaraan verwante schemerige (monniks)orden met al hun wreedheden tegenover
andersdenkenden. Ook al wordt er even hiervoor nog wel toegegeven dat er weliswaar fouten en tekortkomingen zijn
geweest in “de kerk”, met zo'n vage omschrijving als deze wordt beslist geen duidelijk onderscheid gemaakt
tussen de oprechte gelovigen enerzijds en de dominante en kwalijke rol die het Rooms Katholicisme heeft gespeeld
anderzijds. Een opmerking als deze heeft meer weg van de stelling: wat maakt het allemaal uit, protestants of Katholiek,
het was toch allemaal kerk! Maar dat was het beslist niet en met deze opmerking wordt feitelijk op een heel subtiele
manier de occulte leer van de roomse kerk gelijkgesteld met het evangelie van Jezus. En dat is een kwalijke zaak.
We kunnen de theologie van Calvijn niet goed beoordelen als we niet weten onder welke
omstandigheden Calvijn zijn mening heeft gevormd.
Mijn commentaar: Is het werkelijk nodig om Calvijn's omstandigheden te kennen
om met die kennis zijn overtuigingen te kunnen beoordelen? Het is nog altijd zo dat we het evangelie van
Jezus Christus in de bijbel kunnen vinden. En omdat iedere discipel van Jezus een heel persoonlijke omgang
met Zijn Heilige Geest hoort te hebben is het onderwijs van de Heilige Geest voldoende om ons inzicht
te geven in Gods bedoelingen. Zijn we daarvan op de hoogte dan zijn we heel goed in staat om deze kennis
te vergelijken met wat deze Johannes Calvijn er van gebakken heeft. Dan maakt het niet uit onder wat voor
omstandigheden hij zijn theologie heeft bedacht, het enige dat telt zijn de vruchten. En van die vruchten
heb ik zelf de gevolgen gezien in het leven van o.a. mijn eigen grootouders die onder het juk van het
Calvinisme hun gereformeerde dagen vol hebben gemaakt. Hun hele leven hadden zij te worstelen met twijfels
over hun behoud en leefden zij met een God die door Calvijn in een ondoordringbare hemel was geparkeerd.
Als dan ook nog blijkt dat deze evangelievervalser er geen moeite mee had om andersdenkenden, waaronder
vermeende heksen (lees: onschuldige vrouwen), op de brandstapel om te laten brengen dan moet het
toch wel duidelijk zijn dat het Koninkrijk Gods door deze man niet werd gediend. En dat de werkelijke
inhoud van het evangelie van Jezus niet tot Calvijn was doorgedrongen.
Als mensen eenmaal in de gemeente zijn geweest komen ze slechts terug als ze in hun
verwachtingen niet zijn teleurgesteld. Om ze terug te laten komen moet de gemeente iets bieden dat nergens anders is te
vinden.
Mijn commentaar: Je zou je af kunnen vragen wat dan die verwachtingen zijn die
mensen hebben die voor de eerste maal een gemeente bezoeken. Je kunt als gemeente dan wel veel energie
en tijd steken in het bedenken en realiseren van een klimaat dat voor de gemiddelde buitenstaander aantrekkelijk
lijkt maar dat heeft als keerzijde dat zo'n kunstmatig geschapen “leuk sfeertje” wel de zintuigen
van de bezoeker aanspreken maar niet zijn hart. Terwijl het evangelie in de eerste plaats aansluit bij
de zoektocht van de menselijke geest naar het bovennatuurlijke Koninkrijk Gods. Als een gemeente werkelijk
aan Jezus' maatstaven voldoet en daardoor de sfeer van het Koninkrijk Gods aanwezig is zullen bezoekers
die daar naar zoeken ook vinden wat ze zoeken. Bezoekers die andere wensen hebben en niet werkelijk op
zoek zijn naar God zullen vanzelf wegblijven. Zouden ze zijn gebleven dan is de kans groot dat dit soort
mensen later problemen gaan geven, zo heeft de praktijk al vele keren laten zien. De gemeente zal dus
in de eerste plaats aan de verwachtingen van Jezus Christus moeten voldoen en daar zullen dan die mensen
op af komen die diep in hun binnenste de verwachting en het verlangen hebben om hun leven aan Jezus toe
te wijden.
Kwaliteit en kwantiteit kunnen heel goed samen gaan. We hoeven dus niet te kiezen voor het
één of het ander.
Mijn commentaar: Jezus gebruikte in Matth. 7:13-14 het beeld van
een brede en een smalle weg: “Gaat in door de enge poort, want wijd is de poort en breed de weg, die tot het
verderf leidt, en velen zijn er, die daardoor ingaan; want eng is de poort, en smal de weg, die ten leven
leidt, en weinigen zijn er, die hem vinden”. Als Jezus ooit een duidelijk onderscheid heeft gemaakt
tussen kwaliteit en kwantiteit dan is het wel met het beeld van de brede en de smalle weg. Dit beeld maakt onmiskenbaar
duidelijk dat er een scheiding bestaat tussen de grote meute (kwantiteit) op de brede (en dus aangename en gemakkelijke
weg) en de weinigen (kwaliteit) die het kruis van het lijden om Christus' wil aanvaarden in hun leven. Omdat het
evangelie hier geen twijfel over laat bestaan is het des te schrijnender dat de heer Warren hier met een dergelijke
overtuiging deze door Jezus geopenbaarde waarheid van tafel veegt. Wat Jezus hier trouwens mee uitlegde had niet
in de eerste plaats betrekking op het behoud van de mens maar op het wel of geen discipel willen zijn. Het beeld
van de brede en de smalle weg laat namelijk zien dat er een overtuigde keuze gemaakt moet worden die gevolgen heeft
voor het verdere verloop van een mensenleven. Bij de keuze voor het discipelschap zal de verdere levensweg door
vervolging en lijden smal (en dus moeilijk) gemaakt worden. Dat is een situatie die zeker niet van toepassing is
op iemand die bijvoorbeeld op zijn sterfbed alsnog een keuze voor Jezus maakt. Deze persoon is dan wel behouden
(net als de misdadiger die aan het kruis alsnog tot bekering kwam) maar de smalle weg zal hem bespaard blijven.
Kwaliteit leidt tot kwantiteit. Als een gemeente bestaat uit mensen die echt zijn veranderd
worden andere mensen hierdoor aangetrokken.
Mijn commentaar: Het is bijbelser om te stellen dat kwaliteit leidt tot nog meer kwaliteit. De
kwaliteit die Jezus wil zien in het leven van een kind van God heeft alles te maken met discipelschap en discipelschap
betekent in deze wereld van wetteloosheid en goddeloosheid dat de levensweg smal wordt gemaakt door de onvermijdelijke
vervolging in vele vormen. En zoals in het commentaar bij de vorige bewering al is aangetoond bevinden slechts weinigen
zich op die smal gemaakte weg. In Joh. 6:60-61 vinden we als reactie op Jezus' woorden:
“Velen dan van Zijn discipelen hoorden dit en zeiden: Deze rede is hard; wie kan haar aanhoren? Jezus nu wist bij
Zichzelf, dat Zijn discipelen hierover morden, en Hij zeide tot hen: Geeft u dit aanstoot?” We zien hier
gebeuren dat veel van Jezus' volgelingen aanstoot namen aan de woorden van Jezus. Het gevolg hiervan lezen we even
verder in vers 66: “Van toen af keerden velen van Zijn discipelen terug en gingen niet
langer met Hem mede”. Het moge duidelijk zijn dat de kwaliteit bij Jezus absoluut aanwezig was. En toch blijken
velen van Zijn volgelingen zich van Hem af te keren. Jezus' kwaliteit leidde niet tot kwantiteit. Wat er voor mijzelf
telkens weer uitspringt in dit voorval is de verdrietige conclusie van Jezus in vers 67:
“Jezus zeide dan tot de twaalven: Gij wilt toch ook niet weggaan? Simon Petrus antwoordde Hem: Here, tot wie
zullen wij heengaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven”. Van de grote meute volgelingen bleven hier dus slechts
twaalf discipelen trouw aan Jezus en hun belijdenis was dat zij buiten Jezus niemand kenden die het klimaat van het
koninkrijk Gods verspreidde. Het is veelzeggend dat desondanks velen van Jezus volgelingen het hazenpad kozen. En dat
hazenpad is in dit geval een opvallend brede weg.
Er zijn uiteraard gemeenten die hun groei te danken hebben aan een onbijbelse theologie en
allerlei wereldse trucjes. Ook Saddleback wordt daar ten onrechte toe gerekend maar die mening is
gebaseerd op vooroordelen.
Mijn commentaar: Het ziet er naar uit dat Rick Warren hier in de tegenaanval gaat als reactie
op de mening van anderen, die terechte twijfels hebben over de doelgerichtheid van Saddleback. Na het
hele boek gelezen te hebben valt een bewering als deze mijns inziens vooral op door de tegenstrijdigheid met veel van
wat er in dit boek te vinden is. Door van zichzelf toe te geven dat hij van nature een echte manager is, wat uit zijn
filosofie duidelijk naar voren komt, geeft hij overtuigend aan dat zijn denkwijze en manier van werken grote gelijkenis
vertonen met de werkwijze van het op efficiëntie gerichte bedrijfsleven. Omdat hij kennelijk beseft dat dit feit
niet is te camoufleren wordt er een aantal keren in het boek met klem op gewezen dat een gemeente geen bedrijf is. Dat
is echter een bewering die in schril contrast staat met de hele inhoud van zijn boek.
Het is uiteraard noodzakelijk dat er ook in een gemeente orde heerst en dat er volgens bepaalde regels gewerkt moet
worden, maar zoals dat met zovele andere dingen in het leven ook gebeuren kan is daar altijd het gevaar aanwezig
dat al deze handigheidjes, werkwijzen, filosofieën, methoden etc. etc. zo'n allesoverheersende plaats gaan
innemen dat het evangelie van Jezus steeds meer en meer moet opschikken. En omdat dat zo geleidelijk in zijn werk
gaat en niemand het daarom in de gaten heeft staat tot slot de satan handenwrijvend de hele meute op te wachten
aan het einde van een weg die toch te breed bleek te zijn om door de enge poort te kunnen leiden.
Nieuwe leden zijn verplicht om cursussen te volgen en groeiovereenkomsten te tekenen. Daarmee
verplichten ze zichzelf om o.a. hun tienden te geven, hun dagelijkse stille tijd te houden en om de wekelijkse
huiskring bij te wonen.
Mijn commentaar: Zoals ik al in het vorige commentaar heb aangehaald is
het in iedere gemeente noodzakelijk dat er bepaalde regels zijn die tot doel hebben de orde te dienen.
Als ik echter in het boek “Doelgerichte gemeente” lees over de diverse cursussen en overeenkomsten
die gevolgd en/of ondertekend dienen te worden moet ik als vanzelf denken aan de vermaning van de apostel
Paulus als hij stelt in Col. 2:20-23: “Indien gij met Christus afgestorven
zijt aan de wereldgeesten, waartoe laat gij u, alsof gij in de wereld leefdet, geboden opleggen: raak
niet, smaak niet, roer niet aan; dat alles zijn dingen, die door het gebruik teloorgaan, zoals
het gaat met voorschriften en leringen van mensen. Dit toch is, al staat het in een roep van wijsheid
met zijn eigendunkelijke godsdienst, zijn nederigheid en zijn kastijding van het lichaam, zonder enige
waarde en dient slechts tot bevrediging van het vlees”. Meteen hier achteraan laat hij weten waar
het discipelschap werkelijk om draait in Col. 3:1-3: “Indien gij dan met
Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand
Gods. Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Want gij zijt gestorven en
uw leven is verborgen met Christus in God”. We kunnen hieruit opmaken dat het zoeken naar de dingen
die boven zijn en de verborgen omgang met Christus de mens naar een veel hoger niveau tillen. Een niveau
dat verheven is boven een plichtmatig nakomen van allerlei ondertekende overeenkomsten.
Het komt voor dat gemeenten met weinig bekeerlingen dit gebrek aan effectiviteit goedpraten met
de woorden: “Wij zijn niet geroepen om succesvol te zijn maar wel om trouw te zijn”.
Mijn commentaar: Het is maar net wat men verstaat onder “succesvol”
zijn. Als dit zou zijn wat Rick Warren er onder verstaat, het binnenhalen van zoveel mogelijk zieltjes,
dan heeft Jezus zelf hierin gefaald, zoals staat te lezen in Joh. 6:66. Omdat
ook Rick Warren het niet zal wagen om Jezus van een gebrek aan succes te betichten zou hij er dan ook
goed aan doen zijn uitleg van het begrip succesvol een bijbelse inhoud te geven. Dan hoeft hij zich ook
niet meer schuldig te maken aan het onterecht verdacht maken van al die gemeenten die door vervolging
en tegenwerking vanuit het rijk van de satan niet aan de “succesformule” van de hedendaagse
“efficiëntiegoeroes” beantwoorden.
Het gaat niet om de omvang van een gemeente maar om een sterke en gezonde gemeente
die doelgericht is.
Mijn commentaar: Merk de tegenstelling op met de vorige bewering. Daarin kan
volgens de redenering van Rick Warren namelijk een kleine gemeente met weinig bekeerlingen zijn goedkeuring
niet wegdragen. Terwijl nu weer wordt gesteld dat het niet op de grootte van een gemeente aankomt. Dergelijke
tegenstrijdigheden lezende krijg ik meer en meer de overtuiging dat het ontbreken in dit boek van een
lijn die continu in één en dezelfde richting wijst een aanwijzing is dat de werkelijke (verborgen)
boodschap van dit boek een andere is dan die er in is te lezen. Dit soort slordigheden toont in ieder
geval aan dat het camouflagedoek gaten vertoont en door die gaten ontwaar ik hier en daar iets van de
werkelijke denkwereld die achter de hele doelgerichte methode schuilgaat. Een denkwereld waarover ik in
de inleiding op deze pagina al even mijn gedachten heb laten gaan.
Als een gemeente geen gehoor geeft aan de grote opdracht zal ze haar doel niet
bereiken, wat die gemeente ook onderneemt.
Mijn commentaar: Wat is die grote opdracht? In Matth. 28:19
vinden we die: “Gaat dan heen, onderwijst al de volken in Mijn Naam en leert hen onderhouden
al wat Ik u bevolen heb” (volgens de oorspronkelijke grondtekst). In het voorgaande is al naar voren
gekomen dat de discipelen die Jezus overhield een handvol getrouwen waren. De rest ging zijns weegs. Het
zit er dik in dat ook de discipelen die in onze tijd uiteindelijk zullen overblijven geen grote massa
zullen vormen. En dat het laten groeien van een gemeente er niet op neerkomt zoveel mogelijk zieltjes
over de drempel te hijsen. Het zal er dus toch op aan komen dat een gemeente het van de kwaliteit zal
moeten hebben. Als een gemeente vanwege haar kleine omvang volgens de maatstaven van Rick Warren niet
aan de grote opdracht voldoet, heeft hij die grote opdracht zelf niet begrepen. In het boek Daniël
lees ik over de discipelen van de eindtijd zelfs: “En de verstandigen onder het volk zullen velen
tot inzicht brengen, maar zij zullen een tijdlang struikelen door zwaard en vuur, door gevangenschap en
beroving. Doch, terwijl zij struikelen, zullen zij een kleine hulp vinden; dan zullen velen zich in
huichelachtigheid bij hen aansluiten”. (Dan. 11:33-34). Net als dat
bij Jezus gebeurde zullen ook deze vele huichelaars onder de druk van vervolging en lijden weer afdruipen
en daardoor heeft de gemeente niet gefaald in de grote opdracht maar is er simpelweg sprake van een
strenge selectieprocedure, zoals dat ook het geval was bij Gideon die (in Richteren
7) van de 32.000 man die aanvankelijk met hem optrokken om de Midianieten te verslaan slechts
300 overhield!
Het vergelijken van gemeenten is geen legitieme manier om te bepalen of een gemeente
succesvol is. Succes betekent niet dat een gemeente groter is dan anderen, succes betekent dat we zoveel
mogelijk vrucht dragen.
Mijn commentaar: Ziehier weer een opvallende tegenstrijdigheid met wat zojuist
is beweerd. Werden zojuist nog gemeenten met weinig bekeerlingen op de korrel genomen, in deze bewering
wordt het bezwaar tegen kleine gemeenten weer weggewuifd. Het gebruik van het woord succes is bovendien
een wel zeer ongelukkige keuze. Succes betekent in deze wereld dat onze inspanningen precies die gevolgen
hebben gehad die ons voor ogen stonden en dat allemaal (of grotendeels) dankzij onze eigen inzet. In het
Koninkrijk Gods is daar geen sprake van. In Joh. 15:5-6 zegt Jezus: “Ik
ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht,
want zonder Mij kunt gij niets doen. Wie in Mij niet blijft, is buitengeworpen als de rank
en is verdord, en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur en zij worden verbrand”. Zonder Mij kunnen
jullie niets doen is hier de boodschap van Jezus. Als er dus vruchten komen dan is dat dankzij de wijnstok
en van onze eigen inspanningen moeten wij het niet hebben. Het boek “Doelgerichte gemeente”
lezende kon ik me meer dan eens niet aan de indruk onttrekken dat het vrucht dragen van Rick Warren voor
een groot deel neerkwam op het “succesvol” afronden van een zoveelste cursus. Nu hoeft een
cursus op zich geen verkeerde zaak te zijn maar het gevaar blijft dat deze vorm van “vrucht dragen”
de aandacht afhoudt van waar het Jezus in de allereerste plaats om te doen is. En dat is het in de wijnstok
blijven: de persoonlijke omgang met Jezus Christus.
We mogen geen geld besparen als het er op aankomt om mensen voor de eeuwige hel te behoeden.
Mijn commentaar: Hier wordt eigenlijk mee gezegd dat ieder mens die niet met
het evangelie is bereikt gegarandeerd voor eeuwig verloren is. Een veel voorkomende gedachte in het christendom
is namelijk dat het evangelie van Jezus in de eerste plaats bedoeld is om de zondaren te behouden voor
de eeuwigheid. Met als logisch gevolg dat allen die dit evangelie nooit gehoord hebben onvermijdelijk
buiten de boot vallen. En dat zijn er nogal wat. Men kan zich hierom afvragen waarom Jezus zovele eeuwen
na de zondeval pas naar deze wereld kwam en niet al veel eerder. Al die mensen die voor Zijn komst geleefd
hebben, hebben dus sowieso nooit van Jezus gehoord. En hebben volgens deze redenering dus ook geen schijn
van kans om behouden te worden. Dit misverstand heeft al veel kramptoestanden tot gevolg gehad. Kijken
we dan ook nog eens naar al die miljoenen mensen die in onze tijd het evangelie nog nooit gehoord hebben
omdat er niemand was die hun dit wilde vertellen en naar de miljoenen kinderen die te jong stierven
om het evangelie te kunnen begrijpen dan vraagt men zich terecht af of de nieuwe aarde ooit wel vol zal
komen.
Het is echter fout om te menen dat God zo velen verloren zou laten gaan doordat Hij zelf getalmd heeft
met het sturen van Zijn Zoon. Wat een wrede willekeur zou dat zijn. Met deze overtuiging in het achterhoofd
zijn er al velen geweest die zichzelf de krampachtige verplichting oplegden om zoveel mogelijk zieltjes
te winnen. Om te redden wat er nog te redden is. Nou is het op zichzelf een zeer goede zaak als kinderen
Gods zich met veel toewijding inzetten om aan anderen het evangelie van Jezus bekend te maken. Als dit
echter moet gebeuren met de zojuist genoemde achterliggende gedachte dat iedere aarzeling zieltjes kost
dan bevindt men zich al gauw in een onhoudbare en ondraaglijke situatie die niets van doen heeft met het
klimaat van het Koninkrijk Gods. En een situatie die ook het beeld van een rechtvaardige en barmhartige
God beslist geen recht doet. Alsof wij mensen rechtvaardiger zouden zijn in ons oordeel dan de Hemelse
Rechter zelf!! Paris Reidhead, een Amerikaanse zendeling, moest kennelijk ook eerst zijn neus stoten voordat
hem de ogen open gingen. Hij vertelde eens over zijn ervaringen in Afrika. Hier volgt een citaat uit zijn
verhaal:
Citaat:
Toen mijn vrouw en ik in 1945 naar Afrika gingen hadden we net een doorsnee opleiding achter de rug zoals je
die van een goede bijbelschool mag verwachten. Dus hadden wij geen hoge verwachtingen van wat mensen wisten die
nog nooit een zendeling hadden gezien of de Naam van Jezus hadden gehoord. Maar toen ik naar die volksstam ging
die in de Soedanese/Ethiopische grensstreek leefde, waar ze zeiden dat ik de eerste was die met een bijbel kwam
en de eerste die de Naam van Jezus tegenover hen noemde, kwam ik tot de ontdekking dat deze mensen verbazingwekkend
veel wisten. Veel meer dan mij was geleerd te verwachten. Zij kenden bijvoorbeeld de God die de wereld heeft geschapen.
Alles wat je hoefde te doen was een tak afbreken of een steen oprapen, of wat dan ook, en te vragen: “Wie
heeft dit gemaakt?” Dan gaven ze je de naam, in dit geval was dat “Wannamiesj” (opmerking van
de webmaster: dit woord is slechts een klankweergave), dat Hij heilig was en dat Hij toornig op hen was vanwege
hun zonden. Zij wisten ook af van het bestaan van de satan. “Waarom offeren jullie je kippen dan niet aan
Wannamiesj?” En dan was hun antwoord: “We weten niet eens of Hij die kippen wel wil hebben. We kunnen
ze niet aan Hem verspillen want wij weten niet of dat is wat Hij wil. Wij weten dat als we onze kippen niet aan
de boze geesten offeren onze geiten dood zullen gaan en onze gewassen niet zullen groeien. Daarom bewaren we al
onze kippen voor hen die ze wel willen hebben: de boze geesten.”
Einde citaat.
De meest opzienbarende ontdekking die Paris Reidhead deed was dat deze zogenaamd “primitieve” mensen,
rondrennend met hakmes, blaaspijp en speer heel goed afwisten van het bestaan van de God die alles heeft geschapen.
Desondanks gaven zij er de voorkeur aan hun leven te laten terroriseren door de boze geesten. Zij kozen er dus voor
om de allerhoogste God te negeren en angst was hun deel. Hoe dwaas kan de mens zijn!
Dit leert ons dat de mens wordt beoordeeld op wat hij met zijn geweten heeft gedaan in het leven. Is
in dat leven geen enkele kennis geweest van Jezus en Zijn evangelie dan zijn de daden van die mens de
graadmeter waarop hij wordt beoordeeld. Is daar echter wel degelijk op de een of ander wijze de kennis
aanwezig geweest van de allerhoogste God maar de mens in kwestie heeft daar willens en wetens de
deur voor dicht gegooid dan is dat de reden voor de hemelse Rechter om op Zijn beurt die mens buiten de
deur te zetten. Zoals we vinden in Lucas 13:27,28: “En Hij zal tot u spreken,
zeggende: Ik weet niet, vanwaar gij zijt; gaat weg van Mij, alle gij werkers der ongerechtigheid. Daar
zal het geween zijn en het tandengeknars, wanneer gij Abraham en Isaäk en Jacob zult zien en al de
profeten in het Koninkrijk Gods, maar uzelf buitengeworpen”.
De overtuiging van Rick Warren maakt duidelijk dat er ook onder die zogenaamde geestelijke “leiders”
een ontstellend gebrek aan geestelijk inzicht is, waardoor dit soort misverstanden kunnen ontstaan.
Als een gemeente door programma's wordt gedreven zal alle energie gaan zitten in het
instandhouden van de ondernomen activiteiten waardoor het doel in zo'n gemeente op een subtiele manier verandert in het
opvullen van lege plekken.
Mijn commentaar: De aanval is de beste verdediging zal de schrijver hierbij waarschijnlijk
gedacht hebben. Want als je van diverse kanten wordt verweten dat je bezig bent met precies datgene wat
hier wordt omschreven is vaak de meest effectieve manier om in de verdediging te gaan: zelf ook precies
datgene veroordelen waar je zelf mee bezig bent. Dat wekt de schijn dat je het roerend eens bent met de
geuite verwijten. Het doet me ook denken aan een manier van verdedigen door op de grond te gaan liggen
en je dood te houden als je tijdens een boswandeling aangevallen wordt door een woedende berin. De kans
is heel groot dat de ziedende berin geen bedreiging meer in je ziet en je verder met rust laat.
Wat hier wordt beschreven en afgekeurd is feitelijk waar het hele boek mee vol is geschreven en ook al zal echt niet
alle energie gaan zitten in de ondernomen activiteiten, de hele doelgerichte gemeente methode van Rick Warren zal in
ieder geval op een min of meer subtiele manier de aandacht verplaatsen van het evangelie van Jezus naar het
“succesvol” runnen van een zieltjes-inzamelingsbedrijf.
De apostel Paulus liet altijd duidelijk blijken wat zijn doel was en daarom wilde
men gehoor geven aan zijn boodschap.
Mijn commentaar: Hiermee wordt door de schrijver bedoeld dat een duidelijk doel
ook mensen aanspreekt. Daar tegenover staat het simpele feit dat Jezus zelf ook altijd duidelijk was maar
desondanks meer dan eens op weerstand stuitte. Ook Paulus wist zijn bedoelingen goed onder woorden te
brengen en hij heeft alles bij elkaar genomen dan ook een onmisbare bijdrage geleverd aan de verkondiging
van het evangelie onder de niet-Joden. De bijbel laat er echter ook geen misverstand over bestaan dat
Paulus' pogingen beslist niet altijd een gewillig gehoor vonden, met alle gevolgen van dien. Daarvan geeft
Paulus een opsomming in 2 Cor. 11:23-28: “Dienaren van Christus zijn zij?
(ik spreek tegen mijn verstand in) ik nog meer: in moeiten veel vaker, in gevangenschap veel vaker,
in slagen maar al te zeer, in doodsgevaren menigmaal. Van de Joden heb ik vijfmaal de veertig-min-een-slagen
ontvangen, driemaal ben ik met de roede gegeseld, eens ben ik gestenigd, driemaal heb ik schipbreuk geleden,
een etmaal heb ik doorgebracht in volle zee; telkens op reis, in gevaar door rivieren, in gevaar door
rovers, in gevaar door volksgenoten, in gevaar door heidenen, in gevaar in de stad, in gevaar in de woestijn,
in gevaar op zee, in gevaar onder valse broeders; in moeite en inspanning, tal van nachten zonder slaap,
in honger en dorst, tal van dagen zonder eten, in koude en naaktheid; en dan, afgezien van de dingen,
die er verder nog zijn, mijn dagelijkse beslommering, de zorg voor al de gemeenten”. Indrukwekkend,
is het niet?
Als hier dan toch wordt beweerd dat men aan Paulus' boodschap gehoor wilde geven getuigt dit niet van
een realistische kijk op het leven van de apostel. In 2 Tim. 1:15 laat Paulus
ook nog eens weten: “Dit weet gij, dat allen in Asia zich van mij hebben afgekeerd, onder
anderen Fygelus en Hermogenes”. Die wilden dus blijkbaar geen gehoor geven....
Ons succes kunnen we afmeten aan vragen als: “Hoeveel mensen hebben we tot Christus
geleid?”, “Hoeveel leden zijn erbij gekomen?” en “Hoeveel van hen tonen geestelijke
volwassenheid?”.
Mijn commentaar: Het woord “succes” staat mij persoonlijk erg tegen. Succes is
iets dat in deze goddeloze wereld als maatstaf dient en de mate van succes wordt daarom dikwijls bepaald door
keiharde cijfers.
Cijfers die door de rekenboys en
de berekende managers gecontroleerd kunnen worden. Het succes waar God rekening mee houdt is, je voelt
hem natuurlijk al aankomen, meer dan eens niet in koele cijfers en statistieken uit te drukken. Als we
bijvoorbeeld eens de “doelgerichte” methode van Rick Warren (met als resultaat een “succesvolle”
gemeente) vergelijken met het leven van die ene broeder die vanwege zijn geloof ergens op deze wereld
in de kerkers van een extreem vijandige regering jarenlang zit te verkommeren dan is volgens de succesformule
van de evangelische managers het leven van deze broeder voor het koninkrijk Gods van weinig waarde geweest.
Ik kan ze echter meedelen dat deze broeder in het geloof die na twintig jaar gevangenschap zijn geloof
in Jezus niet heeft verloochend, ondanks de meest ellendige omstandigheden en folteringen, bij God in
hoger aanzien staat dan die massa's afgerichte christenen die wekelijks in hun blikken paleis op wielen
naar een samenkomst rijden om daar hun oor weer te laten strelen door vlotte babbels en populair evangelisch
geleuter. Het komt er dus op aan dat wij leren denken zoals God denkt. Want Hij is een God die in het
verborgene ziet (Matth. 6:6). En de God die in het verborgene ziet zal ook de
trouw belonen van die broeder die zijn geloof ondanks veel lijden niet heeft verloochend.
Het hangt er dus maar vanaf wat wij onder geestelijke volwassenheid verstaan. In Gods ogen heeft die gevangen
broeder daarvan heel wat meer laten zien. Willen wij kunnen beoordelen wat voor Hem volwassenheid inhoudt,
voorwaar dan zullen we die verrotte Amerikaanse “succesformules” overboord moeten gooien en
de bijbel weer onder het stof vandaan moeten halen.
Een gemeente moeten we niet willen laten groeien door programma's maar we moeten mensen laten
groeien door een proces. We horen daarom een proces te ontwikkelen voor het vormen van discipelen en dan zal onze
gemeente op een gezonde manier groeien.
Mijn commentaar: Dit is ook weer zo'n bewering die ik minstens twee keer moet lezen voor
ik kan geloven wat er staat. Er wordt gesteld dat er voor het vormen van discipelen een proces ontwikkeld moet worden.
Wel, meneer Warren, dit proces staat al uitgebreid in de bijbel beschreven. Het koninkrijk Gods zit niet verlegen
om een Amerikaanse versie daarvan. Dus willen wij discipelen van Jezus zien opgroeien dan is het belangrijkste waarmee
wij hen van dienst kunnen zijn die bijbelse boodschap van bekering, berouw, trouw en volharding onder de aandacht
brengen, zelfs al zal het ze zo nu en dan de strot uitkomen. Dat is namelijk het advies dat we vinden in 2 Tim. 4:1-4: “Ik betuig u nadrukkelijk voor God en Christus Jezus, die levenden en doden zal
oordelen, met beroep zowel op zijn verschijning als op zijn koningschap: verkondig het woord, dring erop aan,
gelegen of ongelegen, wederleg, bestraf en bemoedig met alle lankmoedigheid en onderrichting.
Want er komt een tijd, dat de mensen de gezonde leer niet meer zullen verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is,
naar hun eigen begeerte zich tal van leraars zullen bijeenhalen, dat zij hun oor van de waarheid zullen afkeren
en zich naar de verdichtsels keren”. Deze opdracht aan Timothéüs staat lijnrecht tegenover de mening
van Rick Warren dat: “onze doelgroep bepaalt waar, wanneer en hoe we onze boodschap overbrengen”. Het
is uiteraard wel zo dat bij het brengen van het evangelie (hemelse) wijsheid en fijngevoeligheid onmisbaar zijn
maar als men zich daarbij door werelds denkende mensen laat voorschrijven wat hun eisen en voorkeuren zijn blijk
je uiteindelijk slechts bezig te zijn met het verkeerde publiek. Want... wij leven namelijk nu al ruimschoots in
de tijd dat de gezonde leer niet meer wordt verdragen door massa's mensen die in plaats daarvan de verdichtsels
achternalopen. Verdichtsels die onder andere door het leven gaan als “een proces voor het vormen van discipelen”.
We moeten aantonen dat hetgeen wij verkondigen tot in detail is gebaseerd op de
bijbel.
Mijn commentaar: Welke bijbel zou hier worden bedoeld? Er wordt in het boek van
meneer Warren enkele keren meegedeeld dat de schrijver graag parafrasevertalingen gebruikt. Omdat die
voor buitenstaanders “beter te begrijpen” zouden zijn en hij het niet verstandig acht om de
Blijde Boodschap ingewikkeld te maken door het gebruik van “eeuwenoud” taalgebruik. Nu is
een parafrase volgens het Standaard woordenboek: “een omschrijving met andere woorden”. Dat
komt er in de praktijk op neer dat de vertalers (ruimschoots) de vrijheid nemen om de tekst van de bijbel
naar hun eigen voorkeur en inzichten aan te passen. De realiteit is echter dat dit “vertaalwerk”
dikwijls wordt gedaan door mensen die wel naar wereldse maatstaven “bekwaam” worden geacht
voor dit “vertaalwerk” maar naar Gods maatstaven totaal onbekwaam zijn. En ook beslist
geen persoonlijke omgang kennen met (de Geest van) Jezus Christus. Waardoor de werkelijke betekenis van
de bijbelse tekst meer dan eens niet wordt (h)erkend door deze verstandelijk en natuurlijk denkende mensen
zonder geestelijk inzicht. Dit laatste kunnen we heel kort samengevat terugvinden in 1
Cor. 2:14 waar Paulus schrijft: “Doch een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de
Geest Gods is, want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het slechts geestelijk
te beoordelen is”. In hoeverre dit “vertalen” uit de hand kan lopen heb ik zelf meermalen
vastgesteld bij het aanhoren van bijbelgedeelten die een opvallend vertekenende “aanpassing”
hadden ondergaan aan de (wereldse) geest van deze tijd. Daarnaast moet me nog van het hart dat het (baptisten)evangelie
van Rick Warren, zoals te verwachten was, wel een waterdoop kent maar niet de zo onmisbare doop in de
Heilige Geest. Dat is geen evangelie, dat is slechts een uitgeklede versie daarvan of beter gezegd: een
parafrase-evangelie. Dat maakt zijn bewering dat hetgeen wij verkondigen tot in detail op de bijbel moet
zijn gebaseerd, toch wel tot een heel grove verdraaiing van de waarheid!!
Als er in een preek te veel aandacht wordt besteed aan de Griekse of de Hebreeuwse grondtekst
van de bijbel verliezen de mensen hun vertrouwen in de eigen vertaling.
Mijn commentaar: Heel geraffineerd, zo'n opmerking als deze. Want met die “eigen
vertaling” wordt uiteraard een parafrasevertaling bedoeld. En in die “vertalingen” zou
men sowieso al geen vertrouwen moeten hebben. Ik heb daarover bij de vorige bewering al het een en ander
geschreven. Daarop aansluitend wil ik nog eens bijzonder benadrukken dat door het voortdurend “aanpassen”
van bijbelvertalingen aan de heersende tijdgeest, die een ongekende normvervaging tot gevolg heeft, de
betekenis van de bijbelse boodschap bij iedere nieuwe “vertaling” weer een stapje verder af
gaat wijken van wat er in de oorspronkelijke teksten is vastgelegd. Dit komt er op neer dat de waarheid
van het evangelie zich telkens weer moet aanpassen aan de smaak van het publiek en van dit publiek lazen
we in het voorgaande al in 2 Tim. 4:3: “Want er komt een tijd, dat [de
mensen] de gezonde leer niet [meer] zullen verdragen, maar omdat hun gehoor verwend is....”.
Verwend door en gewend aan bijbelvertalingen die het Woord telkens weer iets meer van zijn kracht hebben
beroofd. Aan dat laatste maakten de schriftgeleerden in Jezus' dagen zich ook al schuldig, zo lezen we
in Matth. 15:6: “Zo hebt gij het woord Gods van kracht beroofd ter wille
van uw overlevering”. Die “schriftgeleerden” zijn dus duidelijk nog steeds actief......
Jezus maakte gebruik van eenvoudige verhalen om zijn visie duidelijk te maken en
dit was dé methode die Jezus het liefst gebruikte wanneer Hij tot de menigte sprak. Want in Matth.
13:34 lezen we: “Dit alles zeide Jezus in gelijkenissen tot de scharen en zonder gelijkenis zeide
Hij niets tot hen”.
Mijn commentaar: Het kan zijn dat de schrijver het niet heeft zien staan want...
als ik er mijn eigen (ouderwetse) bijbelvertaling op na sla vind ik in Matth. 13:10-15:
“En de discipelen kwamen en zeiden tot Hem: Waarom spreekt Gij tot hen in gelijkenissen? Hij antwoordde
hun en zeide: Omdat het u gegeven is de geheimenissen van het Koninkrijk der hemelen te kennen, maar hun
is dat niet gegeven. Want wie heeft, hem zal gegeven worden en hij zal overvloedig hebben; maar wie
niet heeft, ook wat hij heeft, zal hem ontnomen worden. Daarom spreek Ik tot hen in gelijkenissen, omdat
zij ziende niet zien en horende niet horen of begrijpen. En aan hen wordt de profetie van
Jesaja vervuld, die zegt: Met het gehoor zult gij horen en gij zult het geenszins verstaan, en
ziende zult gij zien en gij zult het geenszins opmerken; want het hart van dit volk is vet geworden,
en hun oren zijn hardhorend geworden, en hun ogen hebben zij toegesloten, opdat zij niet zien met
hun ogen, en met hun oren niet horen, en met hun hart niet verstaan en zich bekeren, en
Ik hen zou genezen”.
Het is haast ongelooflijk wat zo'n ouderwetse vertaling ons nog duidelijk kan maken.... Jezus gooide Zijn
visie helemaal niet op straat door middel van die gelijkenissen maar gebruikte ze daarentegen als een
vorm van geheimtaal, zo blijkt uit Jezus' eigen toelichting.
Om veel verschillende soorten mensen te bereiken zijn veel verschillende soorten gemeenten
en stijlen van evangelisatie nodig.
Mijn commentaar: Ik heb toch wel zo dat grijze vermoeden dat die veel verschillende soorten
gemeenten in de praktijk niet slechts “verschillende soorten gemeenten” zijn maar dat ze juist daarom
zo verschillend zijn omdat ze elk het evangelie een eigen en dus een afwijkend kleurtje hebben gegeven. In de inleiding
bovenaan deze pagina heb ik al aangehaald dat ik ergens een uitspraak van Rick Warren tegenkwam die veelzeggend
genoeg is en die herhaal ik hier maar even: “Het maakt echt niet uit tot wat voor kerk u behoort, mensen.
We horen allemaal bij hetzelfde team als u Jezus liefhebt”. De heer Warren negeert hiermee het feit dat Jezus
slechts één evangelie heeft gebracht en daarvan bestaat geen a, b en een c versie. Rondkijkend in het
hedendaagse geestelijke Babylon zie ik dat men er van het evangelie zelfs nog veel meer versies bij gemaakt heeft.
Als al deze verschillende versies de “verschillende soorten gemeenten” zijn waar Rick Warren op doelt
dient hij niet het Koninkrijk Gods met deze dwaling maar het geestelijke Babylon, de valse kerk. En dát is
een kwalijke zaak!
Een feit is dat er voorgangers zijn die het beste overweg kunnen met hoogopgeleide intellectuelen.
Door het verschil in achtergrond komt het voor dat een voorganger niet met een gemeente overweg kan.
Mijn commentaar: Het advies van Rick Warren betreffende dit “probleem”
is dat een voorganger een gemeente zou moeten opstarten in een omgeving waarvan de bewoners een zelfde
achtergrond en opleidingsniveau hebben als deze voorganger. Alsof dat van enig belang zou zijn als in
een gemeente het evangelie wordt gebracht dat met al deze wereldse maatstaven zoals status, opleiding,
rijkdom, armoede en dergelijke geen enkele rekening houdt. In de brief van Jacobus wordt daar de nodige
aandacht aan besteed omdat er in zijn tijd ook kennelijk al misstanden waren ontstaan doordat mensen de
boodschap van het Koninkrijk Gods blijkbaar niet hadden begrepen. Ik lees namelijk in Jac.
2:2-4: “Want stel, er kwam in uw vergadering een man binnen met een gouden ring aan zijn
vinger en in prachtige kleding, en er kwam ook een arme binnen in schamele kleding, en gij zoudt opzien
tegen de man met de prachtige kleding en zeggen: neem gij hier deze goede plaats, maar tot de arme zoudt
gij zeggen: ga gij daar staan, of ga beneden bij mijn voetbank zitten, zoudt gij dan geen onderscheid
maken onder elkander en optreden als rechters, die zich door verkeerde overwegingen laten leiden?”
Als zoiets als een “hoge” opleiding een hindernis vormt voor het onderlinge contact is de
realiteit dat het neerkijken op de ander vanwege zijn mindere “succes” en/of status in de
maatschappij getuigt van een absoluut wereldse gezindheid. Een gezindheid die voorbijgaat aan de kern
van het evangelie en die is dat de liefde van God in ons hart rekening houdt met het verborgene in het
hart van de mens en met de dingen die boven zijn. Een gemeente hoort discipelen van Jezus voort te brengen
en discipelen zijn slechts gericht op wat eeuwig blijft. Daar gaat het evangelie namelijk over. Hun onderlinge
contact wordt niet gehinderd door de beperkingen van iemands ziel of zielenleven. Of door het al of niet
aanwezig zijn van de kennis van wereldse zaken omdat dit slechts dingen zijn die zich beperken tot de
dingen van deze wereld. Voor echt geestelijk contact is communicatie van geest tot geest noodzakelijk.
Er wordt door de schrijver gesteld dat er als uitzondering hierop mensen zijn die van de Heilige
Geest het vermogen hebben gekregen om te kunnen communiceren met mensen met een heel andere achtergrond.
Dit is een vermogen dat iedere discipel van Jezus hoort te hebben omdat echt geestelijk contact
zich in een andere (geestelijke) wereld afspeelt waarin het eventuele “succes” van de “hoog”opgeleiden
van nul en geen waarde is.
Voor diegenen die desondanks nog ten onrechte menen dat hun maatschappelijke successtory in de hemel ook op hun
verdienstenlijst wordt vermeld volgt hier nog even deze ontnuchterende uitsmijter uit Prediker
9:11: “Wederom zag ik onder de zon, dat niet de snelsten de wedloop winnen, noch de sterksten de strijd,
noch ook de wijzen het brood, noch ook de schranderen de rijkdom, noch ook de verstandigen de gunst, want tijd
en toeval treffen hen allen”. Met andere woorden: er zijn te veel factoren in een mensenleven aanwezig
waarvan die mens afhankelijk is, waarop hij geen invloed heeft en die toch zijn lot meebepalen, zodat het roemen
op de eigen prestaties volkomen misplaatst is. Relativeren is hier het sleutelwoord!
Het probleem is dat ons geloof ons hoe langer hoe minder als een ongelovige doet
denken.
Mijn commentaar: Het overkwam mij dat ik bij het lezen van deze bewering toch
wel even door verbazing was overvallen. Want het evangelie is er juist op gericht om ons de wereldse manier
van denken af te leren. Die manier van denken namelijk die zwaar onder invloed staat van wat de satan
de mens wil opdringen en die beheerst wordt door wat onze zintuigen ons vertellen. Een denken dat vijandig
gezind is tegenover de boodschap van het Koninkrijk Gods zodat Paulus in Romeinen 12:2
vermaande: “En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing
van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene”.
Wat Rick Warren met deze opmerking wil zeggen komt er op neer dat het geestelijk denken van een discipel
van Jezus een hindernis vormt voor het kunnen begrijpen van de gedachtewereld van de ongelovige. Waardoor
bijvoorbeeld hijzelf (naar eigen zeggen) een “mentale omschakeling” moet maken om contact
te kunnen leggen met niet-christenen. En hier gaat hij dus grandioos de mist in met zijn aftandse baptistenevangelie.
Want als je er niet van doordrongen bent dat de doop en de voortdurende vervulling met de Heilige Geest
dé drijvende kracht moet zijn achter alles wat wij doen voor het Koninkrijk Gods, voorwaar dan kun
je wel met een gereedschapskist vol psychologische kunstgrepen een poging doen om het evangelie over te
brengen op de niet-gelovige, het is en blijft surrogaat. Toen Jezus in Handelingen 1:8
afscheid nam van Zijn discipelen gaf Hij ze als laatste mee: “maar gij zult kracht ontvangen, wanneer
de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea
en Samaria en tot het uiterste der aarde”. Dit getuige zijn is dus een direct gevolg van
de inwoning van de Heilige Geest en voor de Heilige Geest bestaan geen hindernissen voor het bereiken
van de geest van de ongelovige. Ook geen culturele hindernissen of verschillen. De alternatieve methode
van Rick Warren is dat hij die cultuurverschillen “opheft” door het zich aanpassen aan de
cultuur van de ongelovige. Deze methode wordt fel verdedigd met de aanvallende bewering dat er christenen
zijn die alles wat lijkt op “aanpassen aan de cultuur” beschouwen als vrijzinnige theologie.
Culturele verschillen liggen hoofdzakelijk op het zielsvlak. Waar deze culturele verschillen het gevolg
zijn van een heidense religie, en het nu juist de menselijke geest is die zich met religie bezighoudt,
is het juist die geest van de ongelovige die door de Heilige Geest wordt aangesproken. Met de wijsheid
van de Heilige Geest kan iedere discipel van Jezus contact leggen met een niet-christen en getuigen van
Zijn liefde voor de verloren zondaar. Die boodschap wordt door iedere ongelovige begrepen als hij daar
oprecht voor open staat.
Sinds de eerste gemeenten heeft het christendom zich al tweeduizend jaar lang aan iedere nieuwe
cultuur aangepast. Als dat niet gebeurd was zouden we nu nog een groepering binnen het Judaïsme zijn geweest en
als we daar geen aandacht aan schenken negeren we twintig eeuwen kerkgeschiedenis.
Mijn commentaar: En dát is nu precies de reden waarom het “christendom”
is verworden tot het grote geestelijke Babylon dat er nu bovendien weer uit alle macht naar streeft om
al die verschillende stromingen, kerken, sekten en (evangelische) bewegingen op één hoop te
vegen zodat uiteindelijk van haar gezegd kan worden wat we kunnen lezen in Openb. 18:2-3:
“Gevallen, gevallen is de grote stad Babylon en zij is geworden een woonplaats van duivelen,
een schuilplaats van alle onreine geesten en een schuilplaats van alle onrein en verfoeid gevogelte,
omdat van de wijn van de hartstocht harer hoererij al de volken gedronken hebben en de koningen der aarde
met haar gehoereerd hebben en de kooplieden der aarde rijk geworden zijn uit de macht harer weelderigheid”.
Voor een dergelijk resultaat heeft ook de roomse kerk zich ingespannen. En dat komt neer op het zich voortdurend
aanpassen aan heidense culturen, religies en gewoonten om de eigen religie geaccepteerd te krijgen.
Door deze praktijken worden cultuur en religie al gauw op één hoop gegooid zodat behalve de
heidense cultuur, die sowieso al zwaar beïnvloed is door de aangehangen religie, ook elementen uit
die heidense religie worden overgenomen. Deze manier van “evangelisatie” is een nalatenschap
van de Jezuïtische missionaris Franciscus Xavier (die leefde in de zestiende eeuw). Zijn visie was
dat de roomse missionarissen zich moeten aanpassen aan de cultuur van de mensen die ze proberen te bekeren
tot het roomse geloof. Als alternatief voor de opgedrongen bekeringen d.m.v. de Inquisitie gebruikt de
roomse kerk ook dit masker. Het is een feit dat de Jezuïtische orde de meest fanatieke en gevaarlijkste
van alle roomse orden is, en deze orde kent een zeer lange en zware opleiding. Het is een orde die er
slechts op uit is om de gevolgen van de Reformatie terug te draaien, de (politieke) macht en de invloed
van het Vaticaan uit te breiden en om alle niet-roomse religies uit te roeien. Onder diverse vermommingen
zijn zij zelfs doorgedrongen tot in het hol van de Protestantse leeuw, en geven bijvoorbeeld als “Protestantse”
professoren les op Protestantse theologische universiteiten. Lettend op de snel om zich heen grijpende
vrijzinnigheid binnen de Protestantse kerken valt het niet te ontkennen dat deze insluipers ondertussen
hun Protestantse vijand systematisch van binnenuit hebben uitgehold. Dit wapenfeit van de Jezuïeten
is het resultaat van hun extreme aanpassingsvermogen aan de cultuur en religie van de “vijand”.
Waar dergelijke aanpassingstactieken de gangbare evangelisatiemethode zijn geworden zal al heel snel de
maatstaf of iets nog bijbels is of niet, geen maatstaf meer zijn. Het lijkt er verdacht veel op dat de
methode van Rick Warren een protestantse kopie is van deze kameleonmentaliteit. Die twintig eeuwen kerkgeschiedenis
is ten slotte niet veel anders dan de geschiedenis van de roomse vijandschap tegenover het evangelie van
het koninkrijk Gods.
Als gemeenten optimaal van hun bezittingen gebruikmaken krijgen ze meer giften. Daarom zei Jezus
in Lucas 19:26: “Ik zeg u, aan een ieder, die heeft, zal
gegeven worden, en hem, die niet heeft, zal ontnomen worden ook wat hij heeft”.
Mijn commentaar: Het lijkt er toch wel degelijk op dat het de schrijver volkomen
is ontgaan waarover Jezus hier sprak. Toen Jezus in Joh. 18:36 tegenover Pontius
Pilatus antwoordde: “Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld” bevestigde Hij daarmee
dat het evangelie om welke hij door de religieuze leiders van Israël was gevangengenomen een ander
koninkrijk diende dan waar Pilatus zich druk om maakte. Omdat Jezus dat onzichtbare Koninkrijk Gods diende
is het uitgesloten dat hij in Lucas 19 met de gelijkenis van de tien ponden een
uitgebreid financieel advies aan het geven was. Omdat Rick Warren in zijn boek ook al heeft aangehaald
dat Jezus vaak gelijkenissen gebruikte om geestelijk zaken onder woorden te brengen is het des te opmerkelijker
dat hij déze gelijkenis nu ineens aangrijpt om het financiële beleid van een gemeente op het
juiste spoor te zetten. Jezus sprak in deze gelijkenis over de ijver en inspanning waarmee een discipel
van Jezus zich bijvoorbeeld inzet voor de uitbreiding van het eeuwige Koninkrijk Gods. Die inspanningen
zullen ook beloond worden, die beloning is eeuwig en heeft niets van doen met dollars of euro's.
In Luc. 4:17-19 staat: “En Hem
werd het boek van de profeet Jesaja ter hand gesteld en toen Hij het boek geopend had, vond Hij de plaats, waar
geschreven is: De Geest des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen;
en Hij heeft Mij gezonden om aan gevangenen loslating te verkondigen en aan blinden het gezicht, om verbrokenen
heen te zenden in vrijheid, om te verkondigen het aangename jaar des Heren”. In dit bijbelgedeelte ligt alle
nadruk op het voorzien in behoeften en het genezen van pijn. Omdat Jezus hier goed nieuws had te vertellen wilden
de mensen het daarom ook horen. Want met Zijn boodschap reikte Jezus Zijn toehoorders praktische voordelen aan.
Mijn commentaar: Het zal toch niet zo zijn dat in de parafrasebijbel van de schrijver
voor een wel zeer afwijkende vertaling is gekozen? Want in Luc. 4:28-29 van mijn
eigen (ouderwetse) vertaling lees ik toch echt een heel andere afloop: “En allen in de synagoge
werden met toorn vervuld, toen zij dit hoorden. Zij stonden op en wierpen Hem de stad uit
en voerden Hem tot aan de rand van de berg, waarop hun stad gebouwd was, om Hem van de steilte te storten”.
Naast het feit dat er “praktische voordelen” worden genoemd als lokkertje voor de ongelovigen
leid ik hier vooral uit af dat de heer Warren kennelijk de moeite niet heeft genomen om de hele context
van dit voorval mee te nemen in zijn theologie. En dat getuigt van een opvallend selectief gedrag, alsof
alleen datgene wordt meegenomen waarmee de “methode Warren” overeind kan worden gehouden.
Kennelijk rekent hij er ook niet op dat de oplettende lezer zelf even onderzoek doet naar de afloop van
deze gebeurtenis in Lucas 4.
In Efeze 4:29 schrijft Paulus: “Zeg
[alleen] iets opbouwends, iets dat de mensen die u horen, goeddoet”. We moeten dus alleen die dingen zeggen die
aan de behoeften van de mensen beantwoorden en alleen die dingen zeggen die hen goeddoen.
Mijn commentaar: Omdat ik zo mijn terechte twijfels had over de manier waarop
de schrijver met bijbelteksten omgaat en deze moderne vertaling er ook al niet veel goeds aan doet heb
ik er de Griekse grondtekst van de aangehaalde tekst maar bij gepakt. Zo letterlijk mogelijk vertaald
uit het Grieks staat daar: “Elk bedorven woord moet niet uit uw mond uitgaan, maar als u enig goed
woord hebt tot de noodzakelijke opbouw opdat het genade geeft aan de horenden”. De door Rick Warren
geciteerde tekst is duidelijk niet compleet. Het eerste deel ontbreekt. Bovendien is het onderwerp in
deze tekst de tegenstelling(!) tussen de taal die de onbekeerden uitslaan en de manier waarop bekeerde
mensen met hun taal omgaan. Het is een deel van een als vermaning bedoelde opsomming waarin Paulus opsomt
wat voor levenswandel er van de bekeerde Efeziërs wordt verwacht en hij begint zijn opsomming in
vers 20 daarom met de woorden: “Maar gij geheel anders: gij hebt Christus
leren kennen. Gij toch hebt van Hem gehoord en zijt in Hem onderwezen, gelijk dit de waarheid is in Jezus,
dat gij, wat uw vroegere wandel betreft, de oude mens aflegt, die ten verderve gaat...”.
Paulus duidt vervolgens in de (door de heer Warren geciteerde) tekst aan dat de woorden van een discipel
van Jezus opbouwend horen te zijn in tegenstelling tot de zondige taal van de heidenen. Deze opbouwende
taal kan ook inhouden dat er wel eens de nodige vermaningen moeten worden geuit. Ook al valt dat bij de
ander niet altijd meteen goed. Het onderwerp in Efeze 4:29 is dan ook: het afleggen van de oude mens met al zijn zondige gewoonten
en beslist niet het “voorzien in behoeften”. Behoeften die trouwens lang niet altijd aan Gods
maatstaven voldoen. Zo wenst bijvoorbeeld vrijwel iedere Jan Boezeroen wel een dikke Rolls Royce (of een
vergelijkbare tempel op wielen) op de oprijlaan van zijn villa. En van een discipel wordt niet verwacht
dat hij in dergelijke behoeften van de (onbekeerde) bezoeker voorziet omdat dit slechts inhoudt dat diens
egocentrische oude mens aan zijn trekken komt. Ook God zelf heeft daar geen enkele boodschap aan.
Ik heb met dit voorbeeld willen aantonen dat de hier geciteerde tekst uit Efeze 4:29
compleet uit de context is weggerukt door Rick Warren. Dat geeft toch wel een indruk van het bedrog in
zijn theologie.
Niet-kerkelijken moet je niet lastigvallen met een saaie preek of met lange gebeden. Als
de waarheid op een armzalige manier wordt gebracht, wordt de waarheid genegeerd.
Mijn commentaar: Het valt niet te ontkennen dat de manier waarop het evangelie
wordt gebracht een grote invloed heeft op de toehoorders. Toch heb ik meer dan eens voorbeelden gelezen
van mensen die ondanks de, in hun ogen, belabberde manier van evangelieverkondiging in hun hart werden
getroffen omdat de boodschap die ze hoorden ondanks de tekortkomingen in het brengen ervan toch door God
werd gebruikt om de mens in kwestie van zijn hopeloze situatie te overtuigen. En van zijn zonden. Als
volgens Warren's bewering de waarheid om wat voor reden dan ook wordt genegeerd door de toehoorders heeft
de gemeente in kwestie het verkeerde soort publiek binnengehaald. Een publiek dat sowieso niet
voor het evangelie kwam. Dat is nu precies hetzelfde soort publiek waarvan Jezus zei tegen Zijn discipelen
in Lucas 10:10-11: “Maar als gij in een stad komt, waar men u niet ontvangt,
gaat naar buiten op haar straten en zegt: Ook het stof van uw stad, dat aan onze voeten kleeft wissen
wij af tegen u; doch weet dit, dat het Koninkrijk Gods nabijgekomen is”. Het evangelie is in de
eerste plaats bedoeld om zondaren te redden en discipelen voor Jezus te winnen. En die van Godswege geroepen
discipelen zijn mensen die er op de juiste plaats en op het juiste tijdstip klaar voor zijn om het evangelie
te aanvaarden. Mensen die voor de waarheid vanwege zoiets als een “saaie preek” de neus ophalen
zijn aan dat evangelie niet toe en horen in een gemeente niet aanwezig te zijn.
(1) IJskoude en vochtige omstandigheden, verzengende hitte en harde wind (tijdens een tentsamenkomst)
worden door bezoekers als kleinigheden afgedaan als ze levens zien veranderen. Vijftien jaar groei van Saddleback Church heeft laten zien dat mensen hete gymzalen, lekkende tenten, en overvolle parkeerplaatsen
voor lief nemen als de preken in de behoeften voorzien.
(2) De staat waarin een samenkomstgebouw verkeert, de onjuiste verlichting en de temperatuur kunnen de stemming
onmiddellijk doen omslaan. De temperatuur kan de best voorbereide dienst in een paar minuten tijd ruïneren!
Wanneer mensen het te warm of te koud hebben dan haken ze af.
Mijn commentaar: Mocht het de lezer nog niet zijn opgevallen: de twee bovenstaande
beweringen zijn absoluut twee opvallend tegenstrijdige overtuigingen. In de eerste bewering blijken beperkingen
en ongemakken, zoals verzengende hitte, geen belemmering te zijn voor bezoekers die blijkbaar hebben gevonden
wat ze zochten in de evangelische supermarkt. En volgens de tweede bewering kan de temperatuur alleen
al zelfs de best voorbereide samenkomst vergallen. Deze beweringen staan weliswaar niet op één
en dezelfde pagina in het boek “Doelgerichte gemeente” maar toch is het veelzeggend dat deze
tegenstrijdigheden in één en hetzelfde boek zijn te vinden. Daar mag de lezer zelf een oordeel
over vellen, voor mijzelf is het een aanwijzing dat de waarheid ergens aan de kant staat toe te kijken.
We maken graag gebruik van bijbelgedeelten die laten zien welke voordelen het heeft om Christus
te kennen.
Mijn commentaar: Een leerzame les van Jezus zelf vinden we in Lucas
9:57-58: “En toen zij op weg waren, zeide iemand tot Hem: Ik zal U volgen, waar Gij ook heengaat.
En Jezus zeide tot hem: De vossen hebben holen en de vogelen des hemels nesten, maar de Zoon des mensen
heeft geen plaats om het hoofd neer te leggen”. Het lijkt er niet echt op dat Jezus hier
de voordelen stond op te sommen van het volgen van Jezus. Dit voorval laat echter wel zien dat Jezus eerlijke
informatie gaf met als mogelijk gevolg dat de volgeling in kwestie zich zou bedenken. Maar beter zo dan
dat dit soort “volgelingen” het later alsnog massaal laat afweten. Daar is een voorbeeld van
te vinden in Joh. 6:66. En dat zal des te vaker gebeuren als belangstellende
toehoorders gelokt worden met allerlei “voordelen” van het kennen van Christus. Het is uiteraard
zo dat het kennen van Jezus en het discipel van Jezus zijn voor de mens een ongekende wereld opent die
ver uitgaat boven alles wat dit zeer tijdelijke leven heeft te bieden, maar.... in een wereld die nog
door de satan wordt geterroriseerd betekent het kennen en het volgen van Jezus ook dat het kruis van het
lijden ons deel zal zijn. Maak dát de “belangstellenden” meteen duidelijk zoals ook Jezus
hier deed en je bespaart jezelf een hoop verspilde tijd en energie. Omdat de lafhartigen onder de “belangstellenden”
meteen het (brede) hazenpad kiezen.
We moeten mensen gewoonten aanleren die noodzakelijk zijn voor geestelijke volwassenheid
want iedere gelovige kan volwassen worden als hij of zij maar de gewoonten
ontwikkelt die noodzakelijk zijn voor geestelijke groei. Geestelijke fitheid is eenvoudigweg een kwestie
van het aanleren van bepaalde geestelijke oefeningen.
Mijn commentaar: Een stelling als deze maakt nu eens heel duidelijk dat hetgeen
de schrijver onder geestelijke volwassenheid verstaat behoorlijk afwijkt van wat de bijbel ons daarover
leert. Hij heeft het over gewoonten die zouden moeten worden aangeleerd om die geestelijke volwassenheid
te kunnen bereiken. In 1 Petrus 4:12-13 wordt ons daar al meteen een heel andere
voorstelling van gegeven: “Geliefden, laat de vuurgloed, die tot beproeving dient, u niet
bevreemden, alsof u iets vreemds overkwame. Integendeel, verblijdt u naarmate gij deel hebt aan het
lijden van Christus, opdat gij u ook met vreugde zult mogen verblijden bij de openbaring zijner heerlijkheid”.
Want.... zoals Jezus zelf al aan Zijn discipelen duidelijk maakte in Joh. 15:20
betekent discipelschap in de praktijk ook: “Gedenkt het woord, dat Ik tot u gesproken heb: Een slaaf
staat niet boven zijn heer. Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen; indien
zij Mijn woord bewaard hebben, zij zullen ook het uwe bewaren”. Petrus heeft het dan ook over de
vuurgloed die tot beproeving dient en die beproeving is onmisbaar voor de groei naar de geestelijke
volwassenheid. In Rom. 5:3-6 geeft Paulus dit op zijn beurt als volgt weer: “En
niet alleen hierin, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, daar wij weten, dat de verdrukking
volharding uitwerkt, en de volharding beproefdheid, en de beproefdheid hoop; en de hoop maakt niet beschaamd,
omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, die ons gegeven is, zo zeker
als Christus, toen wij nog zwak waren, te zijner tijd voor goddelozen is gestorven”. Voor de volledigheid
voeg ik hieraan nog de versie van Jacobus toe uit Jac. 1:2-4: “Houdt het
voor enkel vreugde, mijn broeders, wanneer gij in velerlei verzoekingen valt, want gij weet, dat de beproefdheid
van uw geloof volharding uitwerkt. Maar die volharding moet volkomen doorwerken, zodat gij volkomen
en onberispelijk zijt en in niets te kort schiet”. Die groei naar de volwassenheid
kan onder omstandigheden zoals die in de hier aangehaalde tekstgedeelten worden genoemd slechts plaatsvinden
als er een intense omgang met Jezus Christus is en de eerste liefde voor Hem niet verwatert. Zonder deze
omgang met Jezus zal er van die volwassenheid niets terechtkomen. Zet ik hier de “gewoonten”
van Rick Warren tegenover dan zijn die gewoonten een wel erg schamele vertoning omdat dit slechts mensen
voortbrengt die kunstmatig aangeleerd wordt netjes te leven. Zou de duivel vervolgens even langskomen,
zowaar dan blijft er van die aangeleerde gewoonten al snel geen spaan meer heel.
Echte geestelijke volwassenheid betekent het met ons hart God loven en prijzen, het opbouwen
van liefdevolle relaties, het gebruiken van onze gaven en talenten om anderen te dienen en het delen van ons geloof
met verloren mensen.
Mijn commentaar: In de hier getoonde opsomming staan op zichzelf geen onjuiste
dingen maar het geheel wekt wel de onterechte indruk dat dit alles zou zijn waar geestelijke volwassenheid
op neerkomt. En dat is de halve waarheid. Over de andere helft van die waarheid heb ik bij de vorige bewering
al het nodige aan het computerscherm toevertrouwd. Over dat “loven en prijzen” wil ik echter
nog wel iets kwijt. Daarover sprak Jezus tegenover de toegestroomde Farizeeën en de schriftgeleerden
in Marcus 7:6-9: “Terecht heeft Jesaja van u, huichelaars, geprofeteerd,
zoals er geschreven staat: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is verre van Mij.
Tevergeefs eren zij Mij, omdat zij leringen leren, die geboden van mensen zijn. Gij verwaarloost
het gebod Gods en houdt u aan de overlevering der mensen. En Hij zeide tot hen: Het gebod Gods stelt gij
wel fraai buiten werking om uw overlevering in stand te houden”. Zoals de schriftgeleerden
destijds deden, en trouwens nog steeds doen, zo wordt ook in het hedendaagse evangelische christendom
dit gebod Gods (het evangelie van Jezus) aan de smaak van deze tijd aangepast. Het gebod Gods wordt daarom
ook hiermee weer fraai buiten werking gesteld want het evangelie dat er over blijft na deze afslankingskuur
is geen evangelie maar een vroom christelijk praatje. Dan heeft dat “loven en prijzen” voor
God ook weinig waarde meer en zegt Hij ook van deze “lofprijzers”: “Tevergeefs eren
zij Mij”.
Een vergelijkbare vermaning vinden we ook terug in Amos 5:21-24: “Ik haat, Ik
veracht uw feesten, en kan uw samenkomsten niet luchten. Ja, als gij Mij brandoffers brengt, en uw spijsoffers,
heb Ik daaraan geen welgevallen, en uw vredeoffer van mestkalveren wil Ik niet aanzien. Doe van Mij
weg het getier van uw liederen, het getokkel van uw harpen wil Ik niet horen. Maar laat het recht
als water golven, en gerechtigheid als een immer vloeiende beek”. Duidelijk?
De vier basisgewoonten voor iedere discipel zijn: het tijd doorbrengen met Gods Woord, de
gewoonte om te bidden, om tienden te geven en om onderlinge gemeenschap te hebben.
Mijn commentaar: Discipelschap bestaat niet uit bepaalde aangeleerde basisgewoonten
maar uit een heel intense en voortdurende omgang met Jezus Christus. Hoe dat in zijn werk gaat wordt in
Micha 6:8 in enkele regels duidelijk gemaakt: “Hij heeft u bekendgemaakt,
o mens, wat goed is en wat de Here van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te
hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God”. Ootmoedig wandelen met onze God: zo simpel gaat dat
dus. Daar komen geen massa cursussen, aangeleerde gewoonten of getekende groeiovereenkomsten bij kijken.
Als een discipel zich in gehoorzaamheid door de Heilige Geest laat leiden komen vanzelf de overtuigingen
en het geloof die richting geven aan het leven van een discipel van Jezus. Het is die eerste liefde voor
Jezus Christus en voor de zaak van het Koninkrijk Gods die een mens niet laten bidden vanuit een aangeleerde
gewoonte maar vanuit het verlangen om het contact met Hem voortdurend in stand te houden. In Openb.
2:4-5 staat wat dit onderwerp betreft iets opmerkelijks: “Maar Ik heb tegen u, dat gij uw
eerste liefde verzaakt hebt. Gedenk dan, van welke hoogte gij gevallen zijt en bekeert u
en doe weder uw eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik tot u en Ik zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen,
indien gij u niet bekeert”. Er is hier zelfs sprake van bekeren terwijl deze waarschuwing
zeker niet was bedoeld voor een stel heidenen maar voor de leden van de gemeente te Efeze. Terwijl men
mag aannemen dat zij al door bekering tot inkeer waren gekomen worden zij hier toch vermaand om dit opnieuw
te doen. Dit geluid zou vaker gehoord moeten worden.
God vindt karakter veel belangrijker dan comfort en gemak. Het is Zijn plan om ons volmaakt
te maken en niet om ons te verwennen. Daarom laat Hij allerlei moeilijke omstandigheden toe om ons karakter te vormen.
Mijn commentaar: Als het boek “Doelgerichte gemeente” hier werkelijk over zou
hebben gehandeld, zowaar dan was de inhoud van dit boek een heel andere geweest. Uit het voorgaande is echter naar
voren gekomen dat die “volmaaktheid” van de schrijver flink afwijkt van wat het evangelie ons daarover
leert. Het blijkt een volmaaktheid te zijn die bestaat uit het aanleren van een christelijke levensstijl en christelijke
gewoonten en die gewoonten worden uiteindelijk vaardigheden als ze maar vaak genoeg worden herhaald. En daardoor
lijkt men op Christus. Waardoor het allemaal net echt lijkt, maar het toch niet is.
Dat wordt nog eens extra duidelijk als daar een mening uit het begin van het boek tegenover wordt gezet
en die luidt: “Wat volmaaktheid betreft kunnen we aan geen enkele gemeente een voorbeeld nemen want
er bestaan geen volmaakte gemeenten”. Als er dus geen volmaakte gemeenten kunnen bestaan volgens
Rick Warren sluit hij daarmee ook uit dat er gemeenten zijn die helemaal bestaan uit volmaakte zonen Gods.
En dat laatste is nu juist Gods bedoeling voor de wereldwijde gemeente en voor iedere plaatselijke gemeente.
Opgelet: dit is warempel de enige keer dat een opmerking als deze wordt gemaakt in het hele boek. Het
is een passage die bepaald niet in de context van dit boek past maar mij daarentegen de sterke
indruk geeft er alsnog “tussen geplakt” te zijn om de doelgerichte methode ook voor de meer
bijbelgetrouwen onder de lezers aanvaardbaar te maken.
De kerk is een slapende reus en als alle daarin aanwezige middelen, creativiteit en energie
worden geactiveerd zal het christendom een ongekende groei ervaren.
Mijn commentaar: Daar kunnen we alle kanten mee op. Want als wij het hebben over
de kerk of het “christendom” hebben wij het over een verzameling kerken, stromingen, gezindten
en gemeenten die gigantisch is. En van deze mengelmoes van dwalingen lezen we in Jeremia
51:9: “Wij hebben Babel trachten te genezen, maar het is niet te genezen; verlaat
het en laten wij gaan, een ieder naar zijn land; want tot de hemel reikt zijn oordeel en het verheft zich
tot de wolken”. Van deze slapende reus worden ook in Openbaring heel andere dingen gezegd en het
is daarom beslist een goede zaak als de oprechten in dat Babylon zouden doen wat Openbaring
18:4 zegt: “En ik hoorde een andere stem uit de hemel zeggen: Gaat uit van haar, mijn
volk, opdat gij geen gemeenschap hebt aan haar zonden en niet ontvangt van haar plagen”. Als
meneer Warren het als zijn ideaal ziet dat deze slapende reus desondanks een ongekende groei zal ervaren
spant hij zich in om een valse kerk te promoten. Een kerk waarbinnen beslist geen sprake zal zijn van
volmaaktheid maar wel van een grote vijandigheid tegenover de echte discipelen van Jezus Christus. Dat
doet me weer terugdenken aan de uitspraak van Rick Warren die al in de inleiding van deze pagina is aangehaald:
“Het maakt echt niet uit tot wat voor kerk u behoort, mensen. We horen allemaal bij hetzelfde team
als u Jezus liefhebt”. Wel, het maakt inderdaad niet uit tot wat voor kerk men behoort.... zolang
men binnen dat Babylon blijft hangen. Want al deze kerken tezamen zullen uiteindelijk door het streven
naar “eenheid” samengevoegd worden tot één valse wereldreligie. Wellicht is het
zo dat die “ongekende groei” waar de heer Warren het over heeft hierop doelt?? Wij hebben
daar tenslotte niets goeds van te verwachten!
De bijbel leert ons duidelijk dat iedere gelovige van God speciale geestelijke gaven ontvangt om
die in een bediening te gebruiken.
Mijn commentaar: De vraag is hier hoe dat in zijn werk zou moeten gaan als er
in het doelgerichte evangelie van de heer Warren geen aandacht wordt besteed aan de doop met de Heilige
Geest. Over de noodzaak van die Geestesdoop laat het Nieuwe Testament toch echt geen twijfel bestaan.
Zoals in Hand. 19:1-6: “En terwijl Apollos te Corinthe was, geschiedde
het, dat Paulus, na door de bovenlanden gereisd te zijn, te Efeze kwam, en daar enige discipelen vond.
En hij zeide tot hen: Hebt gij de Heilige Geest ontvangen, toen gij tot het geloof kwaamt? Doch zij zeiden
tot hem: Wij hebben zelfs niet gehoord, dat er een Heilige Geest is. En hij zeide tot hen: Waarin
zijt gij dan gedoopt? En zij zeiden: In de doop van Johannes. Maar Paulus zeide: Johannes doopte een doop
van bekering en zeide tot het volk, dat zij moesten geloven in Hem, die na hem kwam, dat is in Jezus.
En toen zij dit hoorden, lieten zij zich dopen in de naam van de Here Jezus. En toen Paulus hun de handen
oplegde, kwam de Heilige Geest over hen, en zij spraken in tongen en profeteerden”.
Het is een misvatting dat iedere gelovige speciale geestelijke gaven ontvangt zonder dat er een doop
in de Heilige Geest plaatsvindt.
Als afronding moeten me nog een paar dingen van het hart. Ik heb bewust voortdurend de nadruk gelegd op het discipelschap en dat met name omdat daarvan weinig is terug te vinden in de theologie van Rick Warren. Want ook al heeft hij het over geestelijke volwassenheid en over “christelijke” gewoonten en een “christelijke” levensstijl, er komen opvallend vaak elementen voor in zijn beweringen die beslist in strijd zijn met een heilige levenswandel en met de maatstaven hiervoor die de bijbel ons leert.
Ook wordt in de inleiding van het boek gesteld dat de kerk al tweeduizend jaar lang het instrument
is dat God gebruikt om te zegenen. Welke kerk daarmee wordt bedoeld is niet uit de tekst op te maken.
Zoals in het voorgaande al aan de orde is gekomen bestaat “de kerk” als geheel uit een enorme
verzameling denominaties, zowel Rooms Katholiek als Protestants, waarvan vooral de roomse kerk eeuwenlang
beslist geen zegen maar een vloek heeft verspreid. Dat dit genegeerd wordt is een kwalijke zaak maar is
tegelijkertijd niet zo verbazingwekkend omdat de hele methode van Rick Warren duidelijk bedoeld is voor
alles dat zichzelf christelijk noemt. De “kerk” van de heer Warren is dus een samenraapsel
van de meest uiteenlopende “christelijke” stromingen. Dat bleek ook uit een uitspraak van
Rick Warren die bovenaan deze pagina al is aangehaald en die luidt: “Het maakt echt niet uit tot
wat voor kerk u behoort, mensen. We horen allemaal bij hetzelfde team als u Jezus liefhebt”. En,
zoals ik al in de inleiding op deze pagina heb geschreven, zou met “hetzelfde team” best wel
eens die ene wereldreligie bedoeld kunnen zijn: een bedrieglijke religieuze klem die schuilgaat onder
het lange gras van de “eenheid” binnen het christendom. Buiten het evangelie van Jezus Christus
is er echter geen eenheid mogelijk. Alleen dat evangelie brengt mensen tot elkaar en al het andere
verdeelt. Ook slim uitgedachte methoden die wel de drempel naar de wereld uit de gemeente wegslopen
maar de drempel naar God ophogen zijn niets anders dan zo'n verraderlijke voetklem in het hoge gras. Als
we dus de misleidende aankondiging lezen: “De doelgerichte gemeente is een nieuw model, een bijbels
en gezond alternatief voor de traditionele manieren waarop gemeenten zijn georganiseerd en waarop ze te
werk gaan”, is het bijzonder aan te bevelen om ook deze klem te ontwijken.
Mijn hoop is tot slot dat ik door middel van de vele tijd en energie die ik heb gestoken in het bestuderen van het boek
“Doelgerichte gemeente” diegenen heb mogen helpen die de nodige twijfels hadden over de doelgerichtheid
van deze methode. Zodat ze er na het lezen van al het voorgaande van overtuigd zijn geraakt dat het doel van de gemeente
van Jezus Christus een heel ander doel is. We doen er beslist goed aan om op dat doel gericht te blijven.